Informateur Kim Putters heeft zojuist zijn verslag naar de Tweede Kamer gestuurd. Kort en goed adviseert hij dat PVV, VVD, NSC en BBB samen gaan onderhandelen over een extraparlementair kabinet. Of zoals hij voorstelt het te noemen: een programkabinet.
Over de kenmerken van zo’n kabinet heb ik deze week samen met de andere partijleiders gesproken. Dat was belangrijk en goed om te doen. Want zoals ik eerder al zei, over de definitie van ‘extraparlementair’ bestonden veel verschillende beelden. Wat daarbij in elk geval steeds terugkomt is dat zo’n kabinet een grotere afstand heeft tot de Tweede Kamer. Maar de uitwerking riep verder nog genoeg vragen op. De VVD heeft helder gemaakt dat er in ieder geval sprake moet zijn van een gelijke mate van commitment van partijen, op inhoud en mensen. In het advies van Putters komt dat ook goed terug.
Ten aanzien van de inhoud adviseert Putters de vier partijen een akkoord op hoofdlijnen te maken. Dat geeft houvast en richting over de doelen en ambities en laat ruimte aan de invulling van het ‘hoe’, de maatregelen, door de uiteindelijke kabinetsploeg. In zo’n hoofdlijnenakkoord moeten in elk geval duidelijke (en meer gedetailleerde) afspraken staan over degelijke overheidsfinanciën, het versterken van onze internationale positie (op economie en veiligheid) en de rechtstaat. Kortom, op onze drie basisprincipes. Ook dat staat in het verslag.
Wij staan klaar om verantwoordelijkheid te nemen.
Over de bemensing van het kabinet schrijft Putters dat het goed is mensen in het kabinet te laten plaatsnemen met politieke ervaring en mensen met ervaring buiten de politiek. Een evenwichtige verdeling tussen mensen van binnen en van buiten dus. In de media gaat het veel over de plek van de politiek leiders. Aan tafel hebben we gezamenlijk besloten dat om in deze constructie een extraparlementair kabinet mogelijk te maken, wij als politiek leiders in de Tweede Kamer zullen blijven.
Met het verder vormgeven van een programkabinet in de volgende fase komt er als het goed is een kabinet dat ruimte geeft aan het oplossen van de maatschappelijke uitdagingen van dit moment. En een kabinet dat voldoende politieke binding, stabiliteit en bestuurbaarheid biedt, aldus Putters. Volgende week woensdag debatteren we in de Tweede Kamer over het verslag en het vervolg. Het vervolg waarin we eindelijk weer over de inhoud kunnen praten. En dat is de hoogste tijd. Nederland wacht al te lang op een kabinet dat aan de slag kan.
Alles bij elkaar biedt het verslag en advies van Putters een goede basis om een volgende stap te zetten. De voor ons belangrijke punten zijn erin opgenomen. Aan de VVD zal het ook in de komende fase niet liggen. Wij staan klaar om verantwoordelijkheid te nemen. Voor een stabiel landsbestuur, dat bezig is met het oplossen van problemen. Dat zullen we constructief blijven doen. Want de stabiliteit en toekomst van Nederland zullen voor ons altijd doorslaggevend zijn.
We hebben veel vragen van leden en kiezers ontvangen en die gebundeld in de Q&A hieronder:
Hoe waarborgen we ons investeringsklimaat?
Ik merk nu al dat zowel Wilders extreem rechtse standpunten, uitspraken van de afgelopen 16 jaar en bijv. stroeve steun voor Oekraïne en willen afschaffen van de NPO en het Klimaatfonds, ons investeringsklimaat schaden: hoe gaat de VVD dit waarborgen, hoe hard zijn die afspraken; welke “noodremmen” zijn er ingebouwd en hoe zorgen we dat we niet wereldwijd onaantrekkelijk worden qua investeringsklimaat?
Het behouden en versterken van onze internationale economische en veiligheidspositie is sinds onze eerste brief aan de verkenner een van onze drie basisprincipes. Het is binnen die harde voorwaarden dat we überhaupt zijn gaan praten. Wij willen op die drie principes (de andere twee zijn rechtsstaat en overheidsfinanciën) dus strakke afspraken maken. Wat het internationale aspect betreft gaat het dan bijvoorbeeld om het voortzetten van steun aan Oekraïne, voldoen aan verplichtingen die horen bij het NAVO lidmaatschap en het nakomen van internationale klimaatafspraken. Het nakomen van die afspraken is voor onze economie belangrijk, hoe zorgen we voor een groene, duurzame economie van de toekomst, waar we internationaal mee voorop lopen en geld mee verdienen. En de energie transitie is nodig voor onze veiligheid, zo worden we onafhankelijk van Russisch gas. Die afspraken zullen in de volgende fase van de formatie moeten worden gemaakt. De volgende fase die over de inhoud gaat. Eindelijk weer.
Hoe zorgen we voor degelijke overheidsfinanciën?
Hoe realistisch is het te veronderstellen dat met PVV en BBB harde afspraken zijn te maken over degelijke overheidsfinanciën? En staat de VVD even sterk voor gezonde overheidsfinanciën als voor koopkracht?
De afgelopen weken stonden in het teken van gesprekken over de vorm. Over hoe een extraparlementair kabinet of, zoals Putters het noemt, een programkabinet eruit ziet. Wat voor type akkoord daarbij hoort en hoe je een dergelijk kabinet bemenst. We hebben dus nog geen inhoudelijke afspraken gemaakt. Dat gaat nu in de volgende ronde gebeuren.
Voor ons staat het maken van duidelijke, strakke afspraken op onze basisprincipes nu voorop. Naast internationaal, zoals hierboven omschreven en de rechtsstaat, waar in het verslag van Plasterk al veel over geschreven is, gaat dat dus om afspraken over overheidsfinanciën. Degelijke overheidsfinanciën zijn en blijven voor ons belangrijk. Omdat we de rekening niet door willen schuiven naar volgende generaties en omdat we niet willen dat de rekening nu niet steeds door ondernemers en middengroepen betaald wordt. Dat is de afgelopen jaren te vaak het geval geweest. Dus wij willen gezonde overheidsfinanciën en ervoor zorgen dat het leven voor al die hardwerkende Nederlanders betaalbaar blijft. Dat zij geld overhouden in hun portemonnee. Dat is onze inzet.
Hoe vinden we steun voor een Hoofdlijnenakkoord?
Hoe realistisch is de veronderstelling in het eindrapport van de informateur dat andere fracties de opgenomen kaders kunnen herkennen en ondersteunen, m.a.w. is een ‘coalition of the willing’ geen illusie?
Of andere partijen in de Tweede Kamer straks (delen van) het Hoofdlijnenakkoord gaan steunen, zal moeten blijken als de inhoud er ligt en de eerste inhoudelijke debatten hebben plaatsgevonden. Op dit moment zie je partijen die aangeven daar open in te staan en zie je partijen die eigenlijk op voorhand al afstand nemen. Wij gaan nu de komende weken alles op alles zetten om tot een goed Hoofdlijnenakkoord te komen. Een akkoord waarmee we de basis leggen voor het oplossen van de grote vraagstukken in Nederland. En elke partij die aan die oplossingen een bijdrage wil leveren of ideeen heeft om de oplossingen nog beter te maken, nodigen we uit hun verantwoordelijkheid te nemen.
Wanneer kunnen we een nieuw kabinet verwachten?
De verkiezingen zijn nu bijna alweer vijf maanden geleden, wat is een realistische verwachting van de verder benodigde tijd om te komen tot een kabinet?
Nederland wacht al veel te lang op een nieuw kabinet. Dus wij hopen echt dat we na het debat woensdag snel en voortvarend aan de slag kunnen. Dat we eindelijk kunnen gaan praten over de inhoud. Een termijn of deadline is moeilijk te geven. Maar dat we tempo moeten maken, is een ding dat zeker is. We blijven zeggen dat het aan ons niet zal liggen!
Hoe wordt een program op hoofdlijnen in de praktijk gerealiseerd?
Uiteindelijk zit de realisatie in de uitvoering. De praktijk leert dat de plannen mooi zijn, maar dat de praktijk veel weerbarstiger is. Verantwoordelijkheid nemen zit hem niet in het program op hoofdlijnen, maar in het realiseren van het program en het managen van de effecten in de samenleving. Ik denk dat daar juist verantwoordelijkheid ligt en hoe ga je dit waarborgen als je, met een programkabinet, op afstand zit als VVD en coalitiepartij?
De gedachte achter het sluiten van een akkoord op hoofdlijnen is dat de partijen met elkaar afspraken maken over doel en ambitie. Maar dat zij geen gedetailleerde afspraken maken over het ‘hoe’. Die invulling laten de partijen in de Tweede Kamer aan het kabinet. In het kabinet zitten mensen die door de vier partijen zijn aangedragen. Mensen met politieke binding en ervaring en mensen van buiten. Het is aan hen om met voorstellen voor beleid en maatregelen te komen om de afgesproken doelen en ambities te realiseren. Bovendien zullen die voorstellen moeten passen binnen de afgesproken financiële, rechtstatelijke en internationale kaders (onze drie basisprincipes). Dus er is vrijheid in het doen van voorstellen op het ‘hoe’ zolang ze passen binnen de kaders. De VVD-fractie zal die voorstellen daarop scherp beoordelen. Dragen ze bij aan het doel dat we voor ogen hebben en past het binnen de kaders? Zo ja, dan kunnen we het steunen. Zo nee of onvoldoende, dan zal een voorstel moeten worden aangepast of zullen wij voorstellen doen om dingen te verbeteren.
Hoe worden er harde beslissingen genomen zonder strak regeerakkoord?
Hoe krijgt een programkabinet zonder een strak regeerakkoord de ruimte om noodzakelijke beslissingen te nemen waar het gaat om de belangrijke dossiers zoals stikstof, steun essentiële bedrijven, asiel- en buitenlandse werknemersbeleid en woningbouw?
Het programkabinet gaat in het voorstel van Putters aan de slag op basis van een akkoord op hoofdlijnen. In dat akkoord spreken partijen kaders af op rechtsstaat, financien en onze internationale positie. Verder worden er op afzonderlijke onderwerpen doelen en ambities geformuleerd. Met andere woorden, spreken we met elkaar af waar we naar toe willen, welk probleem we willen oplossen. Dan komen zeker onderwerpen als stikstof, de hoge migratie instroom en de woningmarkt voorbij. Door die doelen te formuleren, weet het kabinet wat er moet gebeuren. Maar niet ‘hoe’. Dat is aan het kabinet om invulling aan te geven. Zo hebben zij dus de ruimte om beslissingen om de invulling van beleid en maatregelen te nemen, die uiteraard moeten passen binnen de kaders (rechtsstaat, financiën en internationaal).