Voorzitter, onze vrijheid staat op het spel. In mijn Amsterdam heeft een ware Jodenjacht plaatsgevonden. Mensen hebben op straat hun identiteitsbewijs moeten tonen om vervolgens wel of niet in elkaar geslagen te worden. Jongeren op scooters en taxichauffeurs hebben zich verenigd om Joden en Israëliërs op te jagen, in het nauw te drijven en aan te vallen.
Ik sluit me om te beginnen aan bij alle feitelijke vragen die zijn gesteld. Hoe heeft dit kunnen gebeuren, wat wisten de diensten van tevoren, als de gemeente alert genoeg was om in de ochtend nog te denken de wedstrijd te willen cancelen, waarom was men dan niet voorbereid op wat er die nacht zou gebeuren, wat is er gedaan om de uitsupporters veilig te houden, had de politie voldoende mogelijkheden om mee te kijken in telegram groepen, waarom zijn er zo weinig aanhoudingen verricht, wordt snelrecht ingezet, welke maatregelen worden er genomen tegen degenen die dit mogelijk maakten?
Voorzitter, ik verwacht op alle feitelijke vragen vandaag een duidelijk antwoord. Maar we staan hier niet om 1 nacht. Zeker niet. Dit is niet de eerste gebeurtenis en helaas ook niet de laatste.
Want sinds die nacht gaat de ellende door. De Israëliërs zijn al dagen vertrokken, en mensen worden nog steeds belaagd, trams in de fik gestoken en ga zo maar door. Alsof ze ons duidelijk willen maken dat het echt niets met de voetbalwedstrijd te maken had.
En voorzitter, dat beseffen we. Want hoe vreselijk afgelopen week ook was, het kan niemand echt verbaasd hebben. Dit was het zoveelste voorbeeld van toenemende haat en onverdraagzaamheid.
Ik ben de eerste om mij uit te spreken tegen de ellende veroorzaakt door sommige Maccabi aanhangers. Het deugt niet en de daders moeten gestraft worden.
Het verwondert mij wel dat er mensen zijn die dit tegenover een jacht op Joden zetten. Ten eerste alsof geweld hier geweld zou rechtvaardigen. Ten tweede alsof een, vermoedelijk al dagen van tevoren georganiseerde jacht op Joden, hetzelfde is als een voetbalrel. En ten derde, alsof hier geen sprake is van een intens naar patroon.
Want dat is het wel degelijk. Joodse scholen moeten al jarenlang beveiligd worden. Joodse ondernemers worden belaagd. Joodse artiesten geboycot. De opening van het Holocaust museum en de herdenking van 7 oktober werden bruut verstoord. Mannen met keppeltjes worden bespuugd. Bar mitswa’s, kinderfeesten, worden zwaar beveiligd. En altijd meer weer de “ja, maar”. Ja, maar.
Als het over geweld tegen Joden gaat, lijken zoveel partijen hier niet zonder de “ja, maar” te kunnen.
Ik ben daar zo ongelooflijk klaar mee. Dat geweld tegen Joden altijd gerelativeerd zou moeten worden. Dat Jodenhaat de kanarie in de kolenmijn is. Dit raakt de vrijheid van ons allemaal, onze manier van leven. Dat is wat er op het spel staat.
Dit raakt de vrijheid van ons allemaal, onze manier van leven. Dat is wat er op het spel staat.
Toen ik in de Kamer kwam, was er nauwelijks een antisemitisme aanpak. In 2019 schreef ik met de CU samen de eerste initiatiefnota aanpak antisemitisme. Er kwam een Nationaal Coördinator tegen Antisemitisme, we maakten geld vrij, we konden het Joods politienetwerk steunen, gerichte voorlichting geven. En we noemden de drie hoofdgroepen die zich schuldig maken aan Jodenhaat. Extreem – links, extreem- rechts en delen van de islamitische gemeenschap.
Maar over de laatste groep konden we nauwelijks spreken. Blijkbaar worden sommige partijen heel nerveus als je naar de feiten kijkt. Want dan zou je polariseren. Ik zal u vertellen wat polariseren is voorzitter.
Polariseren is doen alsof onze vrijheid niet op het spel staat. Doen alsof wij hier geen enkel probleem hebben met integratie. Doen alsof kinderen op sommige weekendscholen niet worden opgezet tegen onze vrije samenleving. Doen alsof ultraconservatieve imams hier in Nederland niet verkondigen dat homo’s varkens zijn. Doen alsof de Turkse staats tv, die in zoveel huishoudens vast prik is, Hamas niet neerzet als vrijheidsstrijders. Doen alsof vrouwen niet opgesloten binnen zitten omdat ze anders de familie eer schaden. Doen alsof er niets aan de hand is als kinderen op school over de Holocaust leren, maar thuis horen dat het jammer is dat Hitler zijn werk niet heeft af kunnen maken.
Je uitspreken, problemen erkennen, staan voor onze waarden en met een gerichte oplossing komen, dat is niet polariserend. Wegkijken of heel hard schreeuwen en denken dat daarmee het probleem verdwijnt, dat is polariserend. Dat is tegen die vrouwen, tegen die LHBTI‘ers, tegen de Nederlandse Joden, tegen diegenen die niet meer willen geloven, zeggen; “jij redt jezelf wel. Ik kan niet voor jou opkomen, want dan deug ik niet.”
Zeg ik hiermee dat iedereen met een migratieachtergrond of een islamitische achtergrond tegen onze waarden is? Nee, integendeel. Zovelen zijn gewone Nederlanders die dezelfde vrijheden verdedigen als ik hier nu doe. Dat onderscheid is echt prima te maken, als je er een intelligent gesprek over durft te voeren.
Fidan Ekiz schreef het erg treffend in de Telegraaf. Zij schrijft: “Al jaren wijs ik op de noodzaak van hervorming binnen de islamitische gemeenschap. Voor de bewustwording bij links dat het islamisme net zo’n grote bedreiging is als het rechts-extremisme. Dit alles vanuit de kennelijk naïeve gedachte dat men onmogelijk vóór extremisme kan zijn. Altijd met de nadruk op waken voor het stigmatiseren van groepen. Voor mij is het kristalhelder dat geweld en haat onder de vlag van jouw religie iets is wat je te allen tijde afwijst. Iets waar je je tegen uitspreekt. Ik had het mis. In het gunstigste geval spreek je tegen dovemansoren, vaker word je beladen met pek en veren”, aldus Ekiz.
Voor de VVD is het duidelijk, het is klaar met het accepteren dat mensen onze waarden verwerpen. Dat ze vervreemd zijn van onze samenleving. De VVD benoemt dit. Van Bolkestein tot onze huidige woordvoerder Becker. Dat begint niet vandaag, daar werken we al decennia aan. Ondanks de weerstand aan beide zijden van het politieke spectrum. Hopelijk is er nu meerderheid voor onze plannen. Want de norm moet echt terug.
We hebben een realistische en stevige integratieagenda nodig.
We hebben een realistische en stevige integratieagenda nodig. Dat betekent het probleem bij de bron aanpakken. En met concrete maatregelen. Dat betekent door eindelijk toezicht op religieuze scholen te regelen. Door niet meer te accepteren dat onvrije landen, zoals Turkije of Saoedi Arabië, hier honderden moskeeën en tientallen weekendscholen financieren. Wat de VVD betreft trekken we een verblijfsvergunning nog sneller in als iemand een strafbaar feit pleegt. Nemen we iemand met een dubbele nationaliteit na een misdrijf ook sneller het Nederlanderschap af. Zorgen we ervoor dat het kabinet het Duitse voorstel volgt om iemand bij een veroordeling voor antisemitisme überhaupt geen Nederlands paspoort te geven. Gaan de taaleis in de bijstand niet schrappen.
Wat mij betreft spreken we af dat het kabinet niet meer spreekt met en de subsidie stop zet van haatdragende en oerconservatieve organisaties die integratie tegengaan. Maken we het verheerlijken van terrorisme strafbaar. Nemen we het demonstratierecht onder de loep. En werken we aan een strikt migratiebeleid.
Van het kabinet verwacht ik concrete acties op al deze punten.
Onze vrijheid is ons heel veel waard. Ik verwacht van elke Nederlander, waar hij ook geboren is, waar hij ook vandaan komt, dat je voor die waarden staat. Wij mogen nooit tolerant zijn voor intolerantie.
Dilan Yeşilgöz-Zegerius schreef een longread naar aanleiding van de geweldincidenten in Amsterdam. Lees het hier.