Inloggen Lid worden

Dilan Yeşilgöz over vrijheid en integratie

21 november 2024

Jonge meisjes die niet verliefd mogen worden op wie ze willen. Jongens die geen homo mogen zijn. Vrouwen die geen bankrekening mogen hebben. Docenten die moeten onderduiken omdat ze kinderen leren over de Holocaust. Onze vrijheid wordt beperkt door mensen die de waarden van onze vrije samenleving niet delen. Dit is de realiteit die we niet mogen negeren. Maar toch kijkt een groot deel van politiek Den Haag liever weg in plaats van het probleem te benoemen. Daarmee lossen we het niet op, maar worden de problemen alleen maar groter.

Wij weigeren weg te kijken. Gisteren sprak fractievoorzitter Dilan Yeşilgöz in Amsterdam met een zaal vol leden over het belang van onze vrijheid. En hoe wij van iedereen verwachten voor die vrijheid te staan. Over waar dat niet goed gaat en integratie heeft gefaald. En hoe dat anders moet. Want wij willen een samenleving waarin iedereen de vrijheid heeft om zichzelf te zijn. Iets van zichzelf kan maken. En waar je veilig en vrij je leven kunt leiden.

Benieuwd naar het hele verhaal van Dilan? Kijk of lees hieronder haar volledige speech terug.

Om onze vrijheid en waarden te beschermen, is actie nodig. Dilan heeft een aanzet gedaan met een aantal van haar ideeën om Nederland vrijer en veiliger te maken. Maar we zijn er nog niet. We zullen hier met elkaar in de partij het gesprek over voeren. Over concrete voorstellen die we op korte termijn willen realiseren, maar ook voor daarna. We blijven staan én strijden voor onze vrije samenleving.

Lees hier de volledige speech terug

Gesproken woord geldt

“Mevrouw, dat is fijn voor u, dan bent u samen met mensen uit uw eigen cultuur, kunt u uw eigen taal spreken en uw gezin binnen uw eigen gemeenschap opvoeden.”

Met deze goed bedoelde rommel, met dit betuttelracisme, een schitterend treffend begrip bedacht door Eddy Terstall, werd mijn moeder door gemeenteambtenaren in Amersfoort ruim 35 jaar geleden in een zogenaamde zwarte wijk geduwd.

Althans, dat probeerden de ambtenaren.

Die hadden mijn moeder nooit eerder ontmoet.

Het werd een fikse ruzie waarin mijn moeder de ambtenaren uitlegde dat zij helemaal geen behoefte had om in een wijk te wonen met dezelfde mensen voor wie zij was gevlucht, met mensen die haar waarden helemaal niet deelden.

En dat als haar gezin in Nederland een toekomst zou opbouwen, zij dan ook vol mee wilde doen met de Nederlandse samenleving.

En zo belandden we in een wijk met overwegend autochtone Nederlanders.

Zo leerden we snel goed Nederlands, was ik een van de eerste allochtone kinderen ooit op mijn middelbare school en had ik een vliegende start.

Ondanks de overheid. Dankzij mijn ouders.

Waarom begin ik met deze anekdote? Omdat in al die jaren nauwelijks iets veranderd lijkt. Ons beleid om nieuwkomers, en daarmee ook de generaties erna, in ons land te doen integreren is er te lang één geweest van betutteling, wegkijken, angst en naïviteit.

Het heeft niets te maken met ‘onderdeel worden van onze samenleving’, het is juist gericht op ‘emancipatie in eigen kring’. Gebaseerd op ons oude verzuilingsmodel.

Het is het meest naïeve idee ooit.

Als je echte emancipatie wil, dan doe je dat bij uitstek buiten je eigen kring.

En het is misschien wel het meest discriminerende idee ooit. Alsof iedereen uit Turkije dezelfde context en leefwereld deelt. Alsof iedereen in diezelfde zogenaamde kring leeft.

Bovendien biedt deze houding van de overheid ruimte aan mensen om in parallelle samenlevingen te leven, met een totaal eigen normen en waardenkader, los van de Nederlandse. ‘Blijf maar in je eigen kolom, in je eigen zuil, in je eigen kring’.

Met soms waarden die lijnrecht tegenover onze vrije samenleving staan.

En daar betalen we met elkaar een steeds hogere prijs voor.

Want we zien dagelijks de voorbeelden van waar slechte integratie toe kan leiden. En die worden steeds ernstiger.

Waar hier in Amsterdam ooit het eerste huwelijk ter wereld tussen twee mensen van hetzelfde geslacht plaatsvond, worden twee mannen die nu hand in hand over straat lopen, uitgescholden.

Waar we een halve eeuw geleden streden voor gelijke rechten van vrouwen, mogen in sommige gezinnen nu, hier in deze stad, meisjes niet meedoen met zwemles of mee op schoolkamp. Of worden zelfs slachtoffer van eergerelateerd geweld.

En waar religie een steeds kleinere rol in de politiek en op straat ging spelen, is die rol in bepaalde kringen niet alleen prominenter dan ooit, maar ook dwingender geworden. Onvrije denkbeelden worden vanuit Islamitische landen, maar ook vanuit het Kremlin en Amerikaanse christelijke clubs in Nederland verspreid.

Dit is niet hoe wij Nederland voor ons zien. Dat is niet mijn Nederland.

Het integratiedebat, zelfs de manier waarop het gevoerd wordt, de wegkijkers, de schreeuwers, het is allemaal niet nieuw.

Ik ondervond het aan den lijve, de anekdote waar ik mee begon is er een van vele. Wetenschappers onderzoeken het al decennia.

Frits Bolkestein benoemde het voor het in de jaren 90. Pim Fortuyn benoemde het. Theo van Gogh ging er debat over aan.

Talloze keren hadden we in onze samenleving een debat over integratie en over onze vrijheden. Na 9/11. Na de moord op Theo van Gogh.

Na de aanslagen op de cartoonisten van Charlie Hebdo. Na de aanslagen in Parijs en Brussel. Na de onthoofding van leraar Samuel Paty in Frankrijk.

Nadat leraren in Nederland moesten onderduiken. Elke keer was de pavlovreactie hetzelfde. Elke keer werd hier in Nederland door politici en activisten gepleit voor een verbod op islamkritiek. Het slachtoffer was de eigenlijke dader.

In plaats van stil te staan hoe het in hemelsnaam kan dat we in het vrije westen kinderen opgroeien die een cartoon van Mohammed niet aan kunnen, niet met woorden hun mening kunnen verkondigen, maar meteen naar geweld grijpen, was altijd het credo: zeg maar niets meer.

Beledig mensen maar niet, dan hoeven ze je ook niet te onthoofden.

Beetje zoiets. Slachtoffer wordt dader.

Iets wat ook de Joden erg bekend voorkomt.

De VVD probeert al jarenlang te benoemen waar het probleem zit. Daarbij zullen we nooit bevolkingsgroepen of mensen van een bepaalde religie over één kam scheren. Maar een groot deel van politiek Den Haag vindt het te lastig om dat gesprek überhaupt te voeren. Kijkt liever weg, dan het probleem te benoemen. En zo is het steeds verder uit de hand gelopen.

Het meest recente dieptepunt daarvan, hebben we afgelopen week hier in mijn stad gezien.

Een Jodenjacht. In de stad van de Februaristaking. In de stad van Anne Frank. In de stad van de Hollandse Schouwburg. De stad die voor altijd verder moet leven met het litteken dat 63.000 Amsterdammers zijn weggevoerd en vermoord.

Dat uitgerekend in mijn Mokum ooit nog een keer een gecoördineerde Jodenjacht plaats zou vinden, het is iets wat mij diep heeft geraakt. Als de Joden niet veilig over straat kunnen, dan raakt dat de vrijheid van ons allemaal. Onze vrijheid is fors aangevallen. Je zou denken dat dit het hele land wakker schudt, de politiek 1 lijn vormt en we met elkaar voor onze vrijheden staan. Ongeacht partij kleur, afkomst of geloof. Helaas, niets is minder waar.

In één klap werd het weer duidelijk hoe het grootste deel van de Nederlandse politiek hiermee omgaat.  Van de wegkijkers in de Amsterdamse gemeenteraad tot de schreeuwers in het parlement. Op hun bescherming hoeven we niet te rekenen. Dat hebben ze ons luid en duidelijk laten weten.

Jodenhaat komt voornamelijk uit drie hoeken. Van extreemlinks, tot extreemrechts en in delen van de Islamitische gemeenschap.

Zoals de VVD in 2019 al schreef in de eerste aanpak van antisemitisme.

Nog niet alle daders van afgelopen week zijn geïdentificeerd, maar alles wijst erop dat de meeste jongens op scooters en taxichauffeurs die samenwerkten om op Joden te jagen, een migratieachtergrond hebben. Vermoedelijk een Marokkaanse achtergrond.

Als je in ons land kunt wonen, hier vaak zelfs geboren kunt zijn, en je zo kunt gedragen, dan heb je duidelijk niet de normen en waarden die ons land kenmerken. Sterker nog, dan keer je je af van onze samenleving. Dat moeten we onder ogen zien. En zoals we bij extreemlinks en extreemrechts moeten kijken naar de bronnen en aanjagers, zo moeten we dat ook bij deze groep doen.

Doen we dat niet, benoemen we het niet en pakken we het niet bij de bron aan, dan zal dit probleem alleen maar groeien.

Het roer moet om. Dit kan zo niet langer.

Want zoals ik vorige week al aangaf: dit komt niet uit de lucht vallen. Ik zie een patroon. Een patroon van toenemende onverdraagzaamheid en haat ten opzichte van onze normen en waarden. Onze vrije manier van leven. Dat wat onze samenleving zo lang kenmerkte.

De vrijheid om jezelf te zijn. Iets van jezelf te maken. Vrij en veilig je leven te kunnen leiden.

Dat is wat mijn Nederland is. Dat is wat onze geschiedenis is: één groot verhaal over vrijheid.

We hebben ons bevrijd van de Spaanse koning. Omdat we als Nederlanders vrij en onafhankelijk wilden zijn. De onafhankelijkheidsverklaring die Nederland opstelde, inspireerde de Fransen en de Amerikanen voor hun onafhankelijkheidsverklaring.

Wij zijn ook het land van de vrijdenkers als Erasmus, Descartes, Spinoza. Wij zijn de kinderen van de Verlichting. Het land waar gelijkheid tussen man en vrouw, vrije meningsuiting, vrije pers en de vrijheid je eigen leven zo te mogen inrichten zoals je dat zelf wilt, de belangrijke waarden zijn waar onze rechtsstaat op leunt.

En ook voor mij persoonlijk is Nederland het land van vrijheid. Het land waar ik als 8-jarige met mijn ouders naartoe vluchtte. Waren mijn ouders niet gevlucht, dan waren ze in de gevangenis verdwenen. Zoals zoveel vrienden van hen, die nooit meer terugkwamen. Omdat ze hun nek uitstaken om op te komen voor de vrijheid van anderen, zoals homo’s, andersgelovigen, Koerden.

U begrijpt, dit is een heel persoonlijk gesprek voor mij.

Ik weet wat onze vrijheden ons waard zijn, en ik ben niet van plan deze af te laten pakken.

Deze vrijheden staan onder druk. En deze druk wordt opgevoerd vanuit heel veel verschillende kanten, zoals ik ook drie jaar geleden in mijn HJ Schoo-lezing aangaf.

En vandaag hebben we het over de ondermijning van onze rechtsstaat, van onze vrije samenleving. Doordat de integratie van een deel van de Nederlanders met een islamitische achtergrond niet goed gaat.

Daar moeten we het over kunnen hebben. Niet om met een vingertje te wijzen, maar om dan met gericht beleid te kunnen komen. Met een aanpak.

Met concrete acties. Met een duidelijke vrijheidsagenda.

En laat ik meteen heel helder zijn. Ik sta hier namens alle mensen die hier wonen, die hier leven, volop meedoen en onze vrije normen en waarden koesteren. Ongeacht hun afkomst, ongeacht hun geloof.

Of je wieg in de Jordaan heeft gestaan, of je derde generatie bent of ,zoals ik, niet in dit land bent geboren, ik sta zij aan zij met eenieder die voor onze vrije samenleving staat. In die vrije samenleving mag je zijn wie je wilt zijn, geloven waar je in wilt geloven, en je leven inrichten zoals je dat zelf wilt.

Dat recht zal ik altijd verdedigen.

En sterker nog, ik geloof erin dat je met dat recht en je eigen kracht, heel ver kunt komen. Dan doen wij VVD’ers niet alsof het ‘t achtste wereldwonder is dat een Nederlandse man van Marokkaanse komaf burgemeester kan worden of een Nederlandse vrouw van Marokkaanse komaf Kamervoorzitter. Ik vind dat vreselijk stigmatiserend.

Dit zijn gewone Nederlanders die hard werken en iets bereiken in het leven. Het maakt mij niets uit waar je roots liggen. Of je een Nederlander bent van Marokkaanse, Turkse, Koerdische of Surinaamse afkomst. Ik zie zoveel mensen zich inzetten voor onze samenleving. Bij de politie. In de zorg. Bij de rechterlijke macht. Bij onze eigen partij. Nederlanders, die zich vaak ook nog eens extra moeten bewijzen, die het altijd moeilijker hebben bij sollicitaties en noem het maar op.

Ik zie het. Ik weet het. Want ik ben het. En we doen het. Samen veranderen we het systeem van binnenuit.

Maar we moeten ook eerlijk zijn. Het gaat niet overal goed.

Vrijheden worden ook gebruikt waar ze niet voor bedoeld zijn.

Vrijheid van geloof om homo’s te discrimineren. Vrijheid van onderwijs om giftige denkbeelden te verspreiden.

We moeten onze vrije samenleving radicaal centraal durven zetten in al ons beleid. Dus ook in ons integratiebeleid.

Mensen opgesloten houden in groepen en betuttelen met een ‘cultuursensitieve aanpak’, dat draagt niet bij aan die vrije samenleving. En het houdt mensen klein.

Ons integratiebeleid functioneert niet.

Mensen die slagen, die doen dat ondanks de overheid.

Dankzij hun eigen kracht. Als liberaal kan ik die eigen kracht alleen maar toejuichen, maar de waarheid is; niet iedereen is daartoe in staat. Of niet iedereen kiest daarvoor. En daarvan wegkijken, is wat mij betreft geen optie.

Dus moeten we kijken waar dit beter kan. Ons niet laten afleiden door degenen die er met hun zalvende woorden of geschreeuw in lijken te slagen dat het debat een dag na de Jodenjacht al meteen ging over hoe de Joden de eigenlijke daders waren. En hoe zielig en achtergesteld het scootertuig eigenlijk was.

We moeten ons niet laten afleiden door mensen die het echte debat niet aan willen en dus maar heel hard ‘polarisatie’ schreeuwen. In de hoop dat ze zichzelf promoten of er wat zetels bij krijgen in de peilingen. En we moeten ons zeker niet laten afleiden door degenen die dit gesprek aangrijpen om hele bevolkingsgroepen weg te zetten. Als VVD’er bestrijd ik eenieder die gokt met onze veiligheid of zich schuldig maakt een discriminatie en uitsluiting.

We moeten ons niet laten afleiden door degenen die doen alsof dit een nieuwe agenda is, ingestoken door de coalitie waar we in zitten.

Van Bolkestein tot Becker, dit is ons eigen liberale verhaal.

Dit gaat ook over jonge meisjes die niet verliefd mogen worden op wie ze willen, dit gaat over jongens die geen homo mogen zijn, dit gaat over afvalligen die moet onderduiken, dit gaat over vrouwen die geen bankrekening mogen hebben. Dit gaat over zoveel mensen die op dit moment onze hulp nodig hebben. Wij weigeren weg te kijken.

Ik hoop zo dat we nu op een keerpunt staan. We moeten het echt gaan hebben over het echte probleem en echte oplossingen. Het is zo urgent.

Want nogmaals, onze vrijheden staan onder druk.

Invloeden vanuit onvrije landen stellen onze vrijheden niet alleen ter discussie, ze tornen er ook heel actief aan. Het westen, en zeker Nederland, is een te makkelijke prooi voor deze landen, die geld en tijd investeren om hier hun boodschappen van haat en onverdraagzaamheid te verspreiden.

En zij worden onvoldoende tegengehouden.

Online wordt er veel onwaarheid gedeeld.

In onze straten krijgen organisaties als Samidoun vrij spel om, onder het mom van een demonstratie, haat te zaaien. Demonstraties die wij toestaan in onze democratische rechtsstaat, onze grootste verworvenheid, worden misbruikt onze rechtsstaat te ondermijnen.

Daarmee keert onze open samenleving zich tegen ons.

Wij zijn tolerant voor intolerantie.

En zetten daarmee zelf onze vrijheden op het spel.

Feit is dat op dit moment meer dan honderd moskeeën en tientallen weekendscholen beïnvloed of zelfs betaald worden door regimes van onvrije, Islamitische landen. Op een deel van deze plekken wordt geleerd dat homo’s varkens zijn, Joden dood moeten en dat vrouwen minder rechten hebben.

Thuis staat de tv op zenders van de landen van herkomst. Mensen horen Erdogan verkondigen dat Hamasterroristen vrijheidsstrijders zijn. Of ze horen een oerconservatieve imam uit het Midden-Oosten vertellen dat je je tegen de westerse waarden moet keren. Als jij op school leert wat de Holocaust inhoudt, maar in het weekend hoor je dat Hitler zijn ‘goede werk’ niet heeft af kunnen maken, dan gaat er iets fundamenteel mis.

We weten dat dit gebeurt, maar staan het toe. Dat moet afgelopen zijn.

Deze giftige cocktail van kwaadwillende buitenlandse beïnvloeding en falende integratie moet aangepakt worden.

Het. Roer. Moet. Om.

Als politiek hebben we de afgelopen decennia gewoon niet genoeg gedaan.

Dat geldt voor alle partijen, ook die van ons.

En eerlijk is eerlijk: de VVD liep keer op keer ook tegen een muur op van coalitiepartners die niet durfden door te pakken. Van Asscher tot Van Gennip: ze lieten uiteindelijk hun hoofd toch altijd hangen naar de oerconservatieve lobbyclubs die kind aan huis zijn op de ministeries waar het beleid wordt gemaakt.

Te vaak zagen we politici wegkijken van het probleem of juist heel hard schreeuwen in plaats van lef tonen en met echte oplossingen komen.

Het heeft echter geen zin om terug te kijken. Het gaat mij om wat we nu gaan doen.

Ik wil een stevige en realistische agenda waarmee we onze vrijheden voor eens en altijd beschermen. Een agenda die het verschil maakt voor betere integratie.

Een agenda die onomwonden laat zien: Nederland is het land van vrijheid. Het is het kostbaarste wat we hebben en we verwachten van elke Nederlander, wat je afkomst ook is, dat je voor die vrijheid staat.

Sterker nog, dat je die verdedigt. De vrijheid van jezelf én die van een ander.

Om met Spinoza te spreken: doel van de staat is vrijheid.

En zo zie ik het ook. Vrijheid, onze gedeelde waarden, die moeten voorop. Andere levensovertuigingen zijn welkom in een liberaal land, maar hebben zich wel te schikken aan onze fundamentele gedeelde waarden. Een echte, een duidelijke scheiding van kerk en staat.

Vrijheid: dat is ook de gedachte achter de agenda die ik hier lanceer.

Een agenda die voor mij verder gaat dan één kabinetstermijn.

Sommige dingen die ik vandaag noem, zullen we niet in één keer kunnen regelen. Er zijn dingen waarvoor nu geen meerderheid is, of waarvoor nu geen steun is onder alle coalitiepartijen.

Maar daar gaat het niet om.

Wat ik hier wil neerleggen, is wat er wat mij betreft de komende jaren nodig is. De komende kabinetten.

Dit is waar ik het debat over aan wil gaan. Dit is waarvan ik vind dat de politiek er de komende jaren en kabinetten op moet leveren.

En dat betekent ook dat er heilige huisjes omver moeten.

Onze vrijheid, onze vrije samenleving overleeft het niet met zachte heelmeesters.

Het eerste waar ik het over wil hebben, dat is de ‘vrijheid’ van onderwijs. Daarover móéten we het debat aan.

Want hoe vrij ben je als je in één enkel geloof wordt onderwezen, meestal het geloof van je ouders?

Hoe vrij ben je dan om op latere leeftijd je eigen keuzes te maken?

Is onderwijs er niet meer om kinderen te leren dát ze moeten denken, in plaats van wát ze moeten denken?

Het is een risico dat het kinderen weghoudt van hoe onze samenleving er werkelijk uit ziet. Dit geldt natuurlijk lang niet voor alle religieuze scholen, dat mag duidelijk zijn. Op veel plekken gaat het goed. Maar niet overal. En ook dat moeten we wel onder ogen zien.

Op sommige scholen leren kinderen dat je misschien wel homo kunt zijn, maar je er niet naar mag gedragen.

Op sommige scholen krijgen jongens rond het gebed een hand van de imam, meisjes niet.

In sommige klassen hebben docenten steeds meer moeite met geschiedenislessen over de Holocaust.

En hoe welwillend sommige onderwijzers ook zijn: de taalachterstanden op sommige scholen zijn veel te groot.

De basis is niet op orde.

En als we onze toekomstige generatie op kosten van de overheid opvoeden in hokjes, ingedeeld op basis van religie, dan is dat terug naar de verzuiling. Een Nederland waarin mensen langs elkaar heen leven. Met heel verschillende waarden. Vroeg of laat botst dat.

Als we een Nederland willen waarin iedereen meedoet, dan ontkomen we er niet aan om ook naar religieus onderwijs te kijken.

Het wordt tijd dat de vrijheid van onderwijs, artikel 23, wordt gemoderniseerd.

Het kan niet zo zijn dat de vrijheid van onderwijs altijd, per definitie, prevaleert boven andere vrijheden. Wij hebben de plicht om onze kinderen tegen kwalijke invloeden te beschermen.

Als u mij diep in mijn hart kijkt, dan zit ik op dezelfde lijn als Frits Bolkestein. Het liefst heb ik ieder kind naar een openbare school, waar je leert over allerlei achtergronden, geloofsovertuigingen en de samenleving tegenkomt zoals die is.

Maar ik weet dat dit op dit moment in Nederland een brug te ver is.

Dat neemt niet weg dat ik vind dat we hierover wel de discussie moeten aangaan.

En ook in de tussentijd kunnen we al veel doen.

Zorg dat er goed, béter toezicht is op religieuze scholen.

Zorg dat je effectief kunt ingrijpen bij antidemocratisch gedachtengoed. Moderniseer artikel 23.

Een ander belangrijk punt voor ons onderwijs is dat kinderen de geschiedenis van ons denken leren. Ze leren over oorlogen en rampen, maar leren nauwelijks over hoe we tot onze gedeelde waarden zijn gekomen. Ik zei al eerder, wij zijn kinderen van de Verlichting. Maar geen kind die dat weet. Geen kind die weet wat dat betekent, wat voor strijd daar achter zit en waarom dat zo belangrijk is voor zijn of haar vrijheid.

En er is nog zoveel meer nodig.

We moeten het integratiebeleid over de kop gooien.

Geen tolerantie meer voor intolerantie.

Geen ruimte voor individuele vrijheidsbeperking onder het mom van vrijheid van religie of vrijheid van onderwijs.

Religie hoort in een seculiere samenleving als Nederland geen controlerende invloed en zeker geen druk uit te oefenen op de maatschappij.

Geloof is geweldig en helpt mensen zin en betekenis aan het leven te geven. Geloof zorgt voor saamhorigheid. Op geen enkele wijze zou de overheid daarmee moeten bemoeien.

Tot het moment dat geloof een georganiseerd karakter krijgt, of zelfs een politiek karakter zoals het islamisme, en alle aspecten van het openbare leven probeert te domineren. Dan gaat het mis.

Of het nu gaat over orthodoxe stromingen binnen het jodendom en het christendom, of over de islam: in de basis moet het geloof zich aan onze vrije samenleving aanpassen.

In plaats van dat onze vrije samenleving zich aan het geloof moet aanpassen.

Dus het moet klaar zijn met oerconservatieve lobbyclubs die het integratiebeleid op het ministerie bepalen.

Het moet klaar zijn met het toestaan van het financieren van scholen en moskeeën door Turkije of Saoedi Arabië.

Het moet klaar zijn met het importeren van oerconservatieve imams. Laten we naar het Franse model gaan van Nederlandse imam opleidingen, imams die Nederlands spreken en zich op de eerste plaats Nederlander voelen. En dus stoppen met die automatische tewerkstellingsvergunningen die nu gegeven worden.

Het is een grote gemiste kans dat een partij als het CDA, dat afgelopen weken wel een rol willen in het integratiedebat, wel mee wil doen als het gaat om mensen mee laten doen via taal en werk, maar niet thuis geven als we vervolgens willen doorpakken met echte oplossingen om onze vrijheid te bewaken, zoals het beschermen van onze seculiere staat en het moderniseren van artikel 23.

Staan voor onze vrijheden is niet gratis.

Een ander belangrijk punt van onze vrijheidsagenda is het besef dat het Nederlanderschap een groot goed is.

Als jij alles waar wij in dit land voor staan, wilt vernietigen, dan heb je wat mij betreft het recht om je Nederlander te noemen, verloren.

Zoals dat nu geldt voor daders van terroristische misdrijven, kijken we wat mij betreft ook naar het intrekken van het Nederlanderschap bij daders van andere misdrijven.

Dat betekent niet dat je Nederlanderschap altijd voorwaardelijk is. Zeker niet. Dat betekent wel dat het delen van onze normen en waarden niet vrijblijvend is. Dat betekent Nederlands spreken voordat je Nederlander kunt worden.

Wat mij betreft trekken we ook een verblijfsvergunning nog sneller in als iemand een strafbaar feit pleegt.

En zorgen we ervoor dat het kabinet het Duitse voorstel volgt om iemand bij een veroordeling voor antisemitisme überhaupt geen Nederlands paspoort meer te geven.

Ik zou willen dat partijen als D66 die altijd een grote mond hebben over opkomen voor homo’s, vrouwen en Joden, ons nu dan ook eindelijk durven steunen als we met dergelijke concrete veiligheidsmaatregelen komen. Nogmaals: strijden voor onze vrijheden is niet gratis.

En we blijven ook werken aan strikter migratiebeleid, zodat we zélf bepalen wie ons land binnenkomt.

En als er nog meer nodig is dan we nu doen, als we daar internationale verdragen voor moeten wijzigen: dan zijn alle realistische opties voor ons bespreekbaar.

Want wat de VVD betreft komen hier nooit meer mensen binnen dan er hier kunnen en wíllen meedoen.

Niet mee kunnen doen is een probleem dat we graag helpen oplossen. Niet mee willen doen accepteren we niet.

Hier hoop ik dat partijen als PVDA en GL ook staan voor onze vrijheden. En inzien dat er echt wat op het spel staat. En dat een politiek van ‘willen deugen’, uiteindelijk alle Nederlanders in de steek laat. Immers, ik zeg het nog maar een keer, strijden voor onze vrijheden is niet gratis.

We moeten dit samen doen. En het kan ook. Zonder groepen te stigmatiseren of uit te sluiten. Zonder weg te kijken.

En zonder plat te schreeuwen. Dit is het land van jouw toekomst, wat je achtergrond ook is. Precies zoals mijn moeder al die jaren geleden al zag.

We hebben samen hier iets te beschermen.

Zodat Nederland Nederland blijft.

Zodat we onze vrijheden beschermen en behouden.

Daarom deze agenda. Daarom deze plannen.

Ik reken op jullie om onze vrijheidsagenda te laden met meer concrete voorstellen. En ik reken op jullie om het debat over de rol van religie in onze samenleving op een inhoudelijke manier op te pakken.

Als iedereen hier meedoet met onze vrijheid,

dan liggen onze beste dagen nog voor ons.

Confidental Infomation