Voor mijn eerste Bevrijdingsdag kreeg ik nieuwe kleren. Mijn ouders begrepen hoe belangrijk deze dag was voor Nederland, ons nieuwe thuis. En daarmee was deze dag ook belangrijk voor ons. Want wij wilden vanaf het begin deel uitmaken van de samenleving. 5 mei was ons bovendien op het lijf geschreven. Want vrijheid vier je! Mijn ouders waren gevlucht vanwege hun strijd voor die vrijheid. Reken maar dat zij ervoor zorgden dat ik stilstond bij de waarde ervan.
Eigenlijk denk ik dat veel Nederlanders vrede en vrijheid lange tijd onbewust tóch als vanzelfsprekend hebben beschouwd.
Eigenlijk denk ik dat veel Nederlanders vrede en vrijheid lange tijd onbewust tóch als vanzelfsprekend hebben beschouwd. Ondanks alle verhalen uit de Tweede Wereldoorlog. Ondanks de lessen op school, de boeken, de films. Ondanks elk jaar 5 mei. En zo gek is dat niet. Ons land leek tientallen jarenlang immuun voor oorlog. Het was in Nederland simpelweg ondenkbaar.
Maar door alles wat er nu in de wereld gebeurt, begrijpen we weer hoe waardevol én hoe kwetsbaar vrede en vrijheid zijn. We zien de misdadige aanvallen van Poetin op Oekraïne, elke dag opnieuw. We zien de afschuwelijke beelden uit Gaza, die volgen op de afschuwelijke beelden van de Hamas-pogrom op 7 oktober. Daardoor beseffen we weer dat we onze vrijheid actief moeten verdedigen.
De dreiging is serieus. Van Poetin, die zich niet alleen agressief toont richting Europa, maar ook probeert onze democratie van binnenuit kapot te maken. Van China, dat onze geheimen probeert te stelen en een oorlogseconomie aan het opbouwen is. Het dwingt ons om weerbaar te zijn en samen te werken met onze buurlanden om Nederland veilig te houden.
Poetin en China buiten de deur houden is één ding. Maar de ontwikkelingen in de wereld dringen ook onze samenleving binnen. De Russische informatieoorlog, met nepnieuws, tast onze democratie aan en zet mensen tegen elkaar op. En de oorlog in het Midden-Oosten zorgt ook hier voor polarisatie.
Bij een Bar mitswa denken de ouders in eerste instantie niet aan de taart, maar aan de beveiliging. Het is hartverscheurend.
Wat mij persoonlijk heel erg raakt is het schrikbarende antisemitisme in Nederland. Jodenhaat is nooit helemaal weggeweest, synagogen en Joodse scholen moeten al jaren bewaakt worden. Maar het neemt op dit moment wel angstaanjagend snel toe. Joden worden op straat en online uitgescholden en belaagd. Bij een Bar mitswa denken de ouders in eerste instantie niet aan de taart, maar aan de beveiliging. Het is hartverscheurend.
Wij hebben met z’n allen de verantwoordelijkheid om de kleine Joodse gemeenschap te beschermen. Zij mogen er niet alleen voorstaan. Nooit. Natuurlijk doen we als politiek wat we kunnen. We willen Holocaustontkenning strafbaar maken. We investeren in goed onderwijs. Het Nationaal Holocaustmuseum kan helpen. Maar wetten, regels en lessen zijn niet genoeg. We moeten als samenleving opstaan.
Altijd als ik langs het Anne Frank Huis loop, verbaas ik me erover dat ik alleen maar toeristen zie. Waar zijn de Nederlanders? Misschien denken we dat we de boodschap, het “dit nooit meer”, al verinnerlijkt hebben. Dan is nu het moment om dat te bewijzen. Nu is het moment om te laten horen en zien dat we er zijn als het erop aankomt. Op een verjaardag. In de klas. Op sociale media. Overal moeten wij, ieder van ons, laten horen dat wij Jodenhaat niet pikken.
Want zolang Joden in Nederland dagelijks in angst leven, is ons land niet werkelijk vrij.