Op 27 januari heeft het VVD-congres plaatsgevonden. Kon je er niet bij zijn of heb je de livestream gemist? Kijk of lees dan hieronder de speech van Dilan Yeşilgöz-Zegerius terug.
Wil je de volgende keer ook bij het congres zijn? Word lid.
Speech Dilan Yeşilgöz-Zegerius
Beste VVD’ers,
De vorige keer dat ik jullie toesprak, vertelde ik over het Nederland waarvoor ik wil strijden. En ik zei erbij: die strijd zal niet altijd makkelijk zijn: tegenslagen horen erbij. Nou, die belofte heb ik alvast waargemaakt.
De gebeurtenissen van de laatste maanden brengen ons niet van onze koers. Ze brengen ons terug naar de kern.
Laat wel 1 ding duidelijk zijn. De gebeurtenissen van de laatste maanden brengen ons niet van onze koers. Ze brengen ons terug naar de kern. Ik deed die vorige keer nog een belofte: ik geef nooit op en ook die belofte ga ik nakomen.
Vandaag ga ik jullie vertellen hoe. Ik neem jullie mee in hoe ik de laatste periode heb beleefd. Waarom ik bepaalde keuzes heb gemaakt en waar dingen echt beter hadden gekund. Maar vooral: hoe het nu verder gaat en waarom jullie allemaal daar zo belangrijk in zijn.
Wat een half jaar hebben wij achter de rug. Je kunt wel zeggen dat we als VVD in een storm zijn beland. Dan kan je in paniek raken en je koers verliezen. Je kunt ook beseffen dat aan elke storm altijd een einde komt.
Maar die storm komt niet uit het niets. En om er sterker uit te komen – dat gaan we doen – is het wel van belang om te begrijpen hoe we op dit punt zijn gekomen.
Ik zie grofweg twee redenen.
We hebben te maken met een zeer complex politiek landschap, in een snel veranderende wereld, waarin we de afgelopen 13 jaar de grootste waren. Dat betekende altijd verantwoordelijkheid nemen, maar daarmee ook vaak pijn pakken. En er is de afgelopen twee maanden ook een hoop gebeurd, ook zaken die niet goed gingen. Daarbij kijk ik natuurlijk, zoals dat hoort, op de eerste plaats naar mijzelf.
Laat ik beginnen met iets te zeggen over de verkiezingsuitslag. Aan de anderhalf miljoen mensen die voor ons kozen: dank jullie wel. Ik voel de verantwoordelijkheid voor het waarmaken van elk van die stemmen zeer sterk.
Anderhalf miljoen mensen die waarderen hoe wij, in moeilijk tijden, Nederland veilig en stabiel hebben gehouden. Anderhalf miljoen mensen die ons vroegen daarmee door te gaan. Dat vertrouwen, daar ben ik trots op. Daar mogen wij trots op zijn.
Maar, eerlijk is eerlijk: we gingen voor goud, maar we kregen brons. Ik baal er intens van dat ik van zoveel mensen heb gehoord dat ze ons wel wilden steunen, maar toch liever het signaal wilden afgeven dat dingen anders moesten dan dat ze tot nu toe gingen.
Dat we in de ogen van die mensen nog onderdeel waren van het probleem en niet van de oplossing. Ik vind echt dat we onszelf en de mensen thuis moeten laten zien dat we de uitslag van deze verkiezingen en het signaal daarachter serieus nemen.
Daar ben ik van overtuigd. En dat brengt mij op de dagen na de verkiezingen. Want de uitslag zadelde mij op met een groot dilemma. Ik stelde mijzelf een aantal vragen:
Gaan we het duidelijke signaal van de kiezer, 64 zetels naar in feite allemaal protestpartijen, negeren en denken dat noodzaak tot zelfreflectie voor alle andere partijen geldt, behalve voor ons?
Zouden we het automatisme dat wij altijd in een kabinet stappen, zomaar moeten voortzetten? Alsof alles hetzelfde is? Of onszelf ook een moment gunnen om te reflecteren en onszelf te dwingen om na te denken over mogelijke nieuwe rollen?
Ik bedoel, hoe dichter bij 22 november, hoe meer Nederland en vooral andere partijen het over 1 ding eens waren: alles zou onze schuld zijn. Zelfs als je een slechte haardag hebt, is het onze schuld.
Dus doorgaan met business as usual, zonder stil te staan bij het signaal van de kiezer, dat voelde niet goed. Tegelijkertijd was er een unieke kans ontstaan om beleid waar te maken waar iedereen in deze ruimte vóór is. Die kans kunnen en willen we niet laten liggen. Wij lopen nooit weg voor verantwoordelijkheid, dat zit in ons DNA.
En dat was mijn dilemma. Hoe nemen we het signaal van de kiezer richting de VVD serieus en pakken we ondertussen toch onze rol in een kabinet waarin we onze liberale standpunten kunnen verwezenlijken?
Ook nog eens in de context dat onze leden en achterban heel erg verschillend naar de uitslag keken. Hoe zorgen we dat we iedereen erbij houden?
Na alles te hebben afgewogen gaf ik de vrijdag na de verkiezingen aan dat de VVD haar verantwoordelijkheid vanaf een andere plek dan in een meerderheidskabinet zou pakken.
Ik weet dat deze boodschap voor heel veel mensen voelde als een ijskoude douche. Ik had verwacht dat het stevig zou aankomen. Maar zo stevig, dat deed ook mij pijn. Mensen waren zo boos.
En nu ben ik wel gewend om boze mensen op mijn dak te krijgen, ik loop niet voor niets met een legertje beveiligers om mij heen, maar dat is anders. Daar is mijn mantra altijd: zolang ik de juiste mensen boos maak, doe ik iets goed. Maar nu, nu waren niet de juiste mensen boos. Degenen die boos waren, teleurgesteld, waren velen van jullie. En zoveel kiezers.
Sindsdien heb ik honderden mensen gesproken. Zorgvuldig naar hun mening geluisterd – blij of niet blij – en vanuit mijn kant geprobeerd ons dilemma uit te leggen. Ik hoorde verschillende angsten in de verhalen die zij mij vertelden.
Sommigen zeiden: gedogen gaat te ver, straks lever je ons uit aan de PVV.
Anderen zeiden; gedogen gaat niet ver genoeg, je moet ministers leveren. En weer anderen zeiden: je hebt precies de juiste plek gekozen, houden zo, als je maar op inhoud de grenzen bewaakt. De leden keken er ook weer anders tegenaan dan veel kiezers. Boosheid en onrust overheersten. Boosheid en onrust over wat we niet gingen doen, in plaats van trots op wat we wel doen.
Ik had mij die vrijdagochtend bij de boodschap over het gedogen, te veel gericht op wat we niet gingen doen. Te veel gericht op die tien zetels minder en te weinig op anderhalf miljoen mensen die ons het vertrouwen gaven. En te weinig op wat we wel zouden doen.
Daardoor kwam de boodschap dat we echt aan tafel gingen zitten voor de onderhandelingen, dat we echt onze verantwoordelijkheid zouden pakken, die kwam niet goed over.
En ik weet, die boodschap had degenen die baalden van de keuze voor die plek misschien niet allemaal overtuigd. Ook dat respecteer ik. Maar nu hoorde je alleen maar wat de VVD niet wil. In plaats van wat jullie, wat 1,5 miljoen kiezers, verdienen.
En ik weet dat velen van jullie daar echt last van hebben gehad en nog hebben. Met de beste intenties voor de partij en het land, leek haast het tegenoverstelde bereikt. Dat is niet goed, dat betreur ik.
Inmiddels zien de meeste mensen gelukkig dat we dag in dag uit aan die onderhandelingstafel zitten en er alles aan doen om ons verkiezingsprogramma daar waar te maken. Maar dat brengt ons nog niet uit de storm. Dat zie ik ook.
Want uiteindelijk willen mensen thuis zien dat wij leveren. Dat wij aan de slag zijn met het oplossen van hun problemen, dat we zorgen voor stabiliteit, voor rust, voor vooruitgang. Terwijl we dat op alle plekken in het land waar VVD’ers actief zijn waar proberen te maken, zijn we naar buiten toe erg veel met onszelf bezig.
Dus moeten wij om te beginnen zorgen dat wij geen gelegenheden creëren waar het alleen maar over de VVD gaat. Denk aan de motie over de spreidingswet. Want we zijn het eens dat de instroom fors beperkt moet worden en wij zijn vóór het principe van een faire spreiding.
En toch ontstond door ons eigen toedoen in de TK het beeld alsof we tegenover onze eigen bestuurders zouden staan. Tegenover onze eigen Eerste Kamerfractie en tegenover onze eigen staatssecretaris Eric. Die dag en nacht werkt om ook dat beleid waar te maken. Dat had anders gemoeten.
Dat soort onbedoelde effecten versterken daarnaast een ander beeld. Wij als brede volkspartij kennen van oudsher twee sterke vleugels. In de media vaak geduid als linkse en rechtse VVD’ers. Ik las ergens dat men zei: afgelopen jaren hebben de linkse VVD’ers zich bediend gevoeld, nu is het tijd voor de rechtse.
Als je het mij vraagt is dit echt onzin. Onzin die wij soms zelf voeden door te doen alsof er echte verschillen zijn. Lieve mensen, dat is niet waar. Voor mij maken de progressief liberalen en de meer conservatief liberalen samen de VVD. Wij VVD’ers houden er sowieso niet van om etiketten te plakken op mensen. En velen van jullie zullen, net als ik, op onderwerpen iets progressiefs en iets conservatiefs hebben.
Hoe je het ook wendt of keert. We hebben als VVD beide vleugels nodig om te kunnen vliegen. Dat is nooit anders geweest en wat mij betreft verandert dat ook nooit. Jullie horen er allemaal bij, zijn onmisbaar voor deze mooie club en jullie vormen gezamenlijk, met alle smaken ertussenin, de identiteit van onze partij. Wij zijn de laatste overgebleven echte volkspartij. Laat je dus niets anders wijsmaken.
Dus laten we met zelfvertrouwen in de spiegel kijken vandaag. Wij worden niet gedefinieerd door met wie wij samenwerken, of wat de media over ons schrijven. Wij definiëren samen de partij. Met alle smaakverschillen die er zijn. Onze liberale waarden binden ons en die houden wij overeind. Of we nu met D66 aan tafel zaten of nu met de PVV. Zij bepalen niet wie wij zijn. Dat bepalen wij zelf.
Voor de leden die nu denken: eindelijk, er is een centrumrechts kabinet mogelijk! Klopt, maar reken je niet rijk. Op onderdelen zijn onze gesprekspartners zo links, daar kan de club van Timmermans nog wat van leren.
Voor de leden die de uitslag van de verkiezingen niet zien als die van hun: maak niet de fout die Jetten maakt, door te doen alsof het ongenoegen van mensen niet bestaat en de kiezer blijkbaar te dom was om het juiste te kiezen. Er is echt wat aan de hand.
En wij hebben de gouden kans om met ons verkiezingsprogramma, waar alle liberalen zich goed in kunnen vinden, echt het verschil te maken. Maar dat gaat alleen als we ons daarop richten en niet de hele dag met onszelf bezig zijn.
Terug naar waar we vandaag staan. De storm gaat liggen. En wij komen er sterker uit. Dat weet ik, omdat we dat als VVD altijd doen. Dit is immers niet de eerste keer. En dat is nodig ook, want de uitdagingen die voor ons staan, die gaan over heel andere dingen dan wat we in Den Haag onderling doen, of over partijpolitiek. Die gaan over bestaanszekerheid. Een containerbegrip waar iedereen zijn eigen definitie in kieperde tijdens de campagne.
Uiteindelijk gaat het om drie pijlers: stabiliteit, economie en veiligheid. Is de wereld om mij heen stabiel, weet ik waar ik aan toe ben? En als er onverwachte zaken gebeuren, ben ik dan veilig, ben ik daarop voorbereid, kan ik overeind blijven? Heb ik genoeg geld, perspectief en zekerheid om voor mijn gezin en mijn naasten te zorgen? Houdt de overheid mij veilig, nu en in de toekomst?
Heel fundamentele vragen die op dit moment voor te veel mensen zonder bevredigende antwoorden blijven. En dit zijn precies de zaken waar wij mee aan de slag moeten zijn en die wij dus ook volop in zullen brengen aan die onderhandelingstafel.
Ik zie 5 hoofdonderwerpen waarvoor wij strijden. Vanuit welke rol of plek dan ook. Onderwerpen die de kern raken van wie wij zijn, waarvoor we zijn opgericht. Waarom we doen wat we doen. Voor de mensen voor wie wij dit doen: de hardwerkende mensen, degenen die er het beste van proberen te maken.
Activisten, populisten en columnisten verdelen Nederland in allerlei hokjes. Voor hen telt niet wie je bent, wat je doet, maar in welk hokje je past. Rijk, arm, praktisch of theoretisch opgeleid, waar je geboren bent, welke kleur je hebt of waar je opa woonde. Dat bepaalt in hun ogen wie je bent en hoe je je zou moeten gedragen.
Zo kreeg ik tijdens de campagne steeds van links te horen dat het een schande was dat ik, met mijn achtergrond, voor een streng migratiebeleid sta.
Vrij vertaald zeiden ze tegen me: gedraag je naar je kleur. Mijn ruimte om mijn eigen ideeën en mening te hebben bestaat voor hen niet. Ik zou die ideeën vast onder het juk van de boze witte man hebben opgedaan. Betuttelracisme in optima forma natuurlijk.
Wij VVD’ers plaatsen mensen niet in hokjes. Voor ons is er maar één scheidslijn. Tussen de druktemakers, die gedijen bij ophef. En de mensen die het daar te druk voor hebben, omdat ze hard aan het werk zijn.
Maar wij VVD’ers plaatsen mensen niet in hokjes. Voor ons is er maar één scheidslijn. Tussen de druktemakers, die gedijen bij ophef. En de mensen die het daar te druk voor hebben, omdat ze hard aan het werk zijn. De druktemakers versperren de weg om aandacht te eisen. De drukke Nederlanders staan erachter in de file. Op weg naar hun werk, de voetbalclub of wat dan ook.
Wij komen op voor die hardwerkende middenklasse en al die ondernemers die de ruggengraat vormen van onze samenleving. Zij verdienen onze steun. Ook – en misschien wel juist – op de momenten dat hun stem door alle ophef nauwelijks hoorbaar is.
Het eerste waar wij voor strijden is de belofte van vooruitgang. Voor die hardwerkende middenklasse en onze mkb’ers, is het leven de afgelopen jaren alleen maar duurder geworden. Zij merken dat het steeds moeilijker wordt en voor hulp van de overheid komen zij vaak niet in aanmerking.
Ruimte in je portemonnee. Een fijn, betaalbaar huis. Echt kunnen ondernemen. Dat hoort bij vooruit kunnen in het leven. Dat hoort bij die ademruimte die ik soms zo mis in ons land.
Maar Nederland draait op deze groep mensen. Zij doen hun best, werken hard of hebben dat altijd gedaan. Als je dat doet, dan wil je het perspectief hebben ook stappen vooruit te kunnen zetten. Ruimte in je portemonnee. Een fijn, betaalbaar huis. Echt kunnen ondernemen. Dat hoort bij vooruit kunnen in het leven. Dat hoort bij die ademruimte die ik soms zo mis in ons land. Die belofte, de belofte van vooruitgang, die moeten wij herstellen. Lastenverlichting, wonen, het koesteren van onze ondernemers, moeten weer tot onze topprioriteiten behoren.
Het tweede waar wij voor strijden: Nederland veilig en stabiel houden in een onzekere wereld. Vrijheid is voor ons de basis van alles, maar vrijheid heeft een prijs. Vandaag is het dag 702 van wat Rusland dacht dat een driedaagse oorlog zou zijn. Zoals de Nederlandse NAVO-admiraal Rob Bauer onlangs zei: “de uitkomst van deze oorlog zal het lot van de wereld bepalen.”
Het lijkt dus soms allemaal ver van ons bed, maar het tegendeel is waar. Oekraïners vechten daar niet alleen voor hun eigen autonomie, zij zorgen er ook voor dat Poetin niet verder kan trekken tot in het hart van Europa. Wat niet alleen voor ons desastreus zou zijn, maar de totale wereldorde zou verstoren.
Onderschat niet hoe landen als China deze oorlog nauwkeurig volgen. Tel hier de snelgroeiende crisis in de Sahel en West-Afrikaanse kuststaten bij op. De potentiële enorme impact op Europa via terrorisme en vluchtelingen stromen. De verschrikkelijke situatie in het Midden-Oosten sinds de brute aanval op Israël door de terroristen van Hamas.
Dan weet je dat we in een wereld zijn beland die verscheurd wordt door oorlogen en andere crises. En dat vrede voor Nederland echt niet meer vanzelfsprekend is. Laten we akelig alert zijn: een sterke krijgsmacht, een sterk Europa, met steun aan Oekraïne en een stabiel landsbestuur zijn dus cruciaal voor Nederland.
De Europese Parlementsverkiezingen straks gaan dus over ongelooflijk fundamentele zaken. En ik ben trots dat wij daar onze eigen Malik hebben die ook nog eens een ijzersterke lijst gaat aanvoeren.
Het komt altijd weer neer op het besef dat vrijheid nooit vanzelfsprekend is. Wij zijn als VVD opgericht om daarvoor te vechten.
Het derde onderwerp waar ik het over wil hebben: integratie en migratie. Nederland is een land dat niet wegkijkt voor ellende in de wereld, maar helpt. Kwetsbare mensen vinden hier onderdak. Dat is waar wij liberalen altijd voor staan. Dat is waar ik voor sta. Sterker nog, dat is waardoor ik hier sta.
Maar juist als we mensen willen blijven helpen, moeten er een paar dingen fundamenteel anders. We moeten echt veel kritischer gaan kijken wie ons land binnenkomt. Wie heeft ons nodig en wie hebben wij nodig?
Een pakket dat de instroom van asielzoekers en migranten echt omlaag kan brengen staat klaar in ons verkiezingsprogramma. Nederland moet immigratie afremmen. Alleen zo kunnen we iedereen die hier al is, ook een goed leven bieden. Met voldoende woningen, goede zorg en werk.
Maar ook alleen zo beschermen we onze manier van leven in een vrije democratie. Mensen mogen heel verschillend zijn. Dat is zelfs prachtig. Als iedereen hetzelfde was, werd het behoorlijk saai. Maar met te veel nieuwkomers die niet integreren komt onze samenleving onder druk te staan. We moeten helder zijn over wat we verwachten. Dat je meedoet. Dat je onze vrijheden niet alleen gebruikt, maar ook een ander gunt.
Geen tolerantie voor intoleranten.
We kijken niet naar waar je vandaan komt, maar waar je naartoe gaat. Ga je Nederland mooier maken en lever je een bijdrage? Dan verdien je onze steun. Maar ga je onze vrijheden misbruiken voor een agenda van haat, onderdrukking of antisemitisme, dan vind je ons op je pad. Geen tolerantie voor intoleranten.
Dat brengt mij vanzelf op een volgend onderwerp, dat mij nou aan het hart gaat: het koesteren van onze vrije rechtsstaat. Onze manier van leven staat direct onder druk en dat komt door de georganiseerde misdaad.
Stelt u zich eens voor. Morgen, zondagochtend, gaat u lekker verse croissantjes halen, daarna misschien een wandeling maken in een natuurgebied of een rondje winkelen in de stad. U kunt dat morgen spontaan bepalen, aan de hand van uw humeur, van het weer, van andere plannen die opkomen, noem maar op.
Zo werkt het niet voor veel advocaten, rechters, journalisten en politici. Hoeders van onze rechtstaat, die dagen van tevoren moeten aangeven waarom en hoe laat ze morgen precies naar buiten willen, zodat er beveiliging geregeld kan worden. Omdat ze bedreigd worden door de georganiseerde misdaad.
Door diegenen die Derk Wiersum en Peter R de Vries in ons land al de hoogste prijs hebben laten betalen. We mogen dit nooit vergeten of doen alsof het normaal is. Ik kan u niet vertellen hoezeer mij dat motiveert om elke dag aan de slag te zijn om dat criminele tuig aan te pakken.
En om onze helden, mijn persoonlijke helden, onze bewakers en beveiligers, elke dag weer te eren en te danken. Zonder hen, was onze rechtstaat ingestort. En ja, laten wij als congres voor deze mensen klappen.
Aan welke tafel wij ook zitten, wij zullen altijd opkomen voor onze democratische liberale normen en waarden.
En laat ik duidelijk zijn: wie aan de fundamenten van de rechtsstaat wil zagen, die komt de VVD tegen. Die komt mij tegen. Aan welke tafel wij ook zitten, wij zullen altijd opkomen voor onze democratische liberale normen en waarden. Ook daar zijn wij voor opgericht.
Dan een laatste onderwerp voor vandaag. De verantwoordelijkheid die wij nemen voor degenen die na ons komen. Dat doen we wat de VVD betreft bijvoorbeeld met zinnig klimaatbeleid. Kerncentrales, het verduurzamen van huurwoningen, het steunen van mkb’ers om maatregelen te kunnen nemen. Met innovaties en optimisme.
Als klein landje zijn we altijd op tal van terreinen een wereldspeler geweest, omdat wij hier de oplossingen uitvinden voor problemen waar de hele wereld mee te maken heeft. Dat kunnen wij dus ook als het gaat om klimaat. Niet met allerlei onhaalbare doelen of ideologisch dogmatisme. Nee, met optimisme, groene groei en vooruitgang.
Verantwoordelijkheid nemen voor degenen die na ons komen, betekent ook: stabiele overheidsfinanciën. Inderdaad: weer zo’n onderwerp dat van oudsher bij ons als VVD hoort. Geen schulden onverantwoord laten oplopen, maar ook niet nu mensen thuis en ondernemers kapot belasten. En aangezien gratis geld niet bestaat, zal de overheid dus naar zichzelf moeten kijken. Waar kan het minder, waar kan het anders?
VVD’ers. Er zijn nog heel veel andere onderwerpen waar we het over kunnen en moeten hebben. Denk aan zorg, infrastructuur, cultuur, onderwijs. Allemaal belangrijk, ik had er nog een middag mee kunnen vullen.
Als er zoveel op ons afkomt, zoveel gaande is, dan snap ik dat we soms de neiging hebben om heel hard tegen die problemen te roepen dat ze er niet hadden moeten zijn. Om bij alles wat tegenzit je telefoon te pakken en een boos bericht de wereld in te sturen. Het lucht vast wel op, maar het lost niets op. Ik geef toe, als je dat heel vakkundig doet, kun je er wel verkiezingen mee winnen.
Maar het echte werk moet nog beginnen. En daar, zo lijkt het, heb je toch ons voor nodig. Ik denk dat de kern van mijn verhaal wel helder is: wij liberalen wij vinden elkaar altijd op inhoud en wij staan altijd klaar om verantwoordelijkheid te pakken. Wij weten waar we voor staan en u mag van mij en van de fractie verwachten dat we er alles aan zullen doen om een politieke samenwerking waar te maken die gericht is op het vooruitbrengen van Nederland.
Daarmee houden wij vast aan onze eigen identiteit en aan onze eigen waarden. Want deze storm heeft ons teruggebracht bij onze kern. Ons rotsvaste vertrouwen in de fundamenten van de rechtsstaat, het grote belang dat wij zien in gedegen overheidsfinanciën, onze grote betrokkenheid bij internationale veiligheid, met een oorlog op ons continent, het optimisme waarmee wij naar de wereld kijken, het geloof in het individu en het recht van dat individu om zijn of haar leven in te richten zoals hij of zij dat zelf wil.
Ik weet dat één van grootste zorgen hier is of Nederland wel een stabiele politieke samenwerking krijgt. Of wij onze ervaring en ons verantwoordelijkheidsgevoel wel goed gaan inzetten om zoveel mogelijk voor die stabiliteit en veiligheid te zorgen. Ik zeg jullie; aan de VVD zal het niet liggen. Er is een goede kans op een vruchtbare samenwerking. Die de kiezer heel graag wil. Waarin we veel van ons verkiezingsprogramma waar kunnen maken. En die kans, dames en heren, die kans laten wij niet voorbijgaan!
Het is aan de gesprekspartners om ook te laten zien wat zij bereid zijn voor Nederland te doen. Wij zullen op inhoud alles op alles zetten om dit land vooruit te helpen en echt aan het werk zijn voor mensen thuis. De stabiliteit en de toekomst van Nederland zullen daarbij voor ons altijd doorslaggevend zijn.
Dank u wel.