Het stormt in de wereld. Na de gebeurtenissen van de afgelopen weken zal niets meer hetzelfde zijn. Het is aan ons, als liberalen, om ervoor te zorgen dat vrijheid en democratie de leidende waarden zijn én blijven. Zoals het ook aan ons is om ervoor te zorgen dat Nederland de komende jaren sterk staat in een instabiele wereld. Zodat we hier vrij en veilig ons leven kunnen blijven leiden.
Dilan Yeşilgöz-Zegerius spreekt vanavond over haar visie op de situatie in de wereld. Over hoe we Nederland en Europa vrij, veilig en welvarend houden. Over hoe we Nederland sterk en veilig houden, nu en in de toekomst.
Kun je er niet bij zijn? Kijk het hier terug of lees de tekst in het Nederlands of Engels (read English below).
Tekst versie Nederlands
Vorige week ben ik enkele dagen in Oekraïne geweest, waar ik de oorlog van dichtbij heb kunnen voelen. De verwoesting, het verdriet, maar ook de vastberadenheid van de Oekraïners laten een diepe indruk achter. Wat er in Boetsja is gebeurd, de martelingen, verkrachtingen en massamoorden laat onmiskenbaar zien waartoe het regime van Poetin in staat is. Dit zijn geen geïsoleerde incidenten, maar systematische oorlogsmisdaden, die niet onbestraft mogen blijven.
We moeten er alles aan doen om de daders ter verantwoording te roepen. De slachtoffers verdienen rechtvaardigheid. En daders en toekomstige daders moeten zien dat er geen sprake kan zijn van straffeloosheid en dat het internationaal recht wordt gehandhaafd.
Ik wil opnieuw mijn diepe dank uitspreken aan het Oekraïense volk. Hun strijd is niet alleen die van henzelf, maar ook die van Europa. Het is een strijd voor vrijheid en democratie. En voor wie Oekraïne nog ver weg voelt, of wie nog twijfelt over de relevantie voor ons van de oorlog daar: Oekraïne ligt net zo ver van ons vandaan als Spanje. Hun gevecht is ook óns gevecht. Ook onze vrije manier van leven staat op het spel.
De afgelopen tien jaar is de wereld ingrijpend veranderd. Waar landen en machtsblokken voorheen verweven waren in handel, veiligheid en politiek, is nu sprake van toenemende fragmentatie.
Allianties en systemen die vroeger samenwerkten, staan onder druk.
Deze wereldwijde fragmentatie is zeker geen nieuw verschijnsel. Het is al een decennium gaande. We zien het in de verscherping van de verhoudingen tussen het Westen, Rusland en China.
De afgelopen tien jaar is de relatie tussen het Westen en Rusland al extreem verslechterd, met de annexatie van de Krim in 2014 als breekpunt. De Russische volle invasie van Oekraïne in 2022 markeerde een nieuwe fase, met zware economische sancties en een economische scheiding tussen Rusland en Europa als gevolg.
Het economisch gewicht van de wereld lijkt zich op de lange termijn naar China te verplaatsen, en dat brengt uitdagingen met zich mee. Want al is China economisch zeer verweven met Europa, het is tegelijkertijd, samen met partners in crime als Rusland, Iran en Noord-Korea, doelbewust uit op het ondermijnen van westerse vrijheden via desinformatie en infiltratie. Daarnaast is er sinds 2018 een grote handelsoorlog tussen de VS en China gaande, met grote gevolgen voor Europa.
Dichterbij huis heeft de Brexit in 2020, ook voor versplintering gezorgd, met de nodige politieke en economische gevolgen. De recente veiligheidscrises lijken de banden tussen de EU en het VK weer te versterken. Andere ontwikkelingen die Europa ingrijpend hebben veranderd, zijn de migratiecrisis vanaf 2015, de opkomst van ISIS, de groei, de professionalisering en de internationalisering van de georganiseerde misdaad, de Afghaanse vluchtelingenstroom in 2021 en de komst van Oekraïense vluchtelingen in 2022.
Naast geopolitieke verschuivingen is er in het Westen sprake van maatschappelijke en politieke polarisatie. Social media, opmars van de radicale en antidemocratische bewegingen en wantrouwen in overheden en instituties leiden tot instabiliteit in het hele Westen.
De coronapandemie verscherpte dit en toonde daarnaast onze afhankelijkheid van China op het gebied van productiecapaciteit.
Met de terugkeer van Trump in het Witte huis en zijn toon en beleid, lijken we te bewegen naar een context waarin enkele leiders, autocraten en transactionelen, de wereld in feite onder elkaar lijken te willen verdelen. Het gaat niet meer om de normen en waarden die ons binden, of de vrijheden die we willen beschermen. Het gaat hen om zakelijke transacties en macht. Als we dit als Europeanen zomaar laten gebeuren, dan zal dat grote gevolgen hebben voor onze vrije democratieën, onze vrije manier van leven en onze veiligheid. En daarmee met directe gevolgen voor Nederland.
Maar wie er ook in november 2024 zou zijn gekozen, deze analyse was nodig geweest. Of Donald Trump nu in het Witte Huis zit of Kamala Harris. De geopolitieke trends die we nu zien, ontvouwen zich misschien sneller dan vroeger, maar we zien ze al jaren. Daarom heeft Europa leiders nodig die met een realistische blik naar de wereld kijken en nu moeilijke keuzes durven maken. Oude mantra’s, ook die van onszelf, zijn niet meer van deze tijd. De Amerikaanse veiligheidsparaplu kan niet meer alleen de hoeksteen van onze veiligheid zijn. De wereld zoals we die kenden, is rap aan het veranderen.
En u kent de filosofie van de VVD: het heeft nooit zin om vanaf de zijlijn te klagen of te huilen. Dat gaan we dus ook niet doen over de huidige regering in de Verenigde Staten. Feit is dat we onszelf in Nederland en Europa decennialang te afhankelijk hebben laten zijn van wie er in het Witte Huis zat.
We gaven minder dan 2% van ons BBP uit aan defensie, openden onze markt voor de hele wereld en maakten onze economie voor grondstoffen afhankelijk van China en Rusland. Geopolitiek denken leek overbodig, want we geloofden in een wereld die óf liberaal was óf dat zou worden.
Dit alles was naïef. Vrijheid, veiligheid en welvaart zijn geen natuurverschijnselen en ze zijn niet vanzelfsprekend.
Zonder realistisch inzicht in de nieuwe spelregels blijven zelfs de sterkste middelen krachteloos. De recente gebeurtenissen onderstrepen die urgentie. Er is in ons buitenlandbeleid een verandering nodig in onze manier van denken en doen. Vanavond vertel ik u langs welke lijnen de VVD daaraan werkt en waar wij staan.
De tien vuistregels die wij het afgelopen decennium bij ons buitenlandbeleid hanteerden, zijn flink aan een herijking toe. Niet alleen is de VVD begonnen aan een nieuw hoofdstuk, de wereld is ook fundamenteel veranderd. Het is de hoogste tijd om volwassen te worden en op eigen benen te staan.
Daarom bespreken wij vanavond onze vijf pijlers voor een volwassen buitenlandbeleid.
- Het belang van Nederland als leidraad
Nederlanders veilig houden is een van de kerntaken van de overheid. Sterker nog, het is de plicht van de staat. Dat betekent, zeker in geopolitiek onrustige tijden, dat ons buitenlandbeleid aan dit doel getoetst zal moeten worden: Nederlanders veilig houden.
Onze manier van leven, onze rechtsstaat, geworteld in normen en waarden zoals vrijheid en democratie, vormt de basis van onze welvaart en van samenlevingen in Nederland en Europa. Autocratische landen zoals Iran, Noord-Korea, Rusland en China spannen samen om onze democratische principes en vrijheden te ondermijnen. Zij zoeken naar manieren om invloed uit te oefenen, om onze maatschappelijke structuren te verzwakken en onze vrije democratieën kapot te maken.
Het is belangrijker dan ooit om hiertegen een sterk Europees front te vormen. Want de VS lijkt gekozen te hebben voor een andere koers, wil niet meer optreden als de hoeder van de vrije wereld en richt zich vooralsnog niet meer op de normen en waarden die het Westen met elkaar verbinden.
Dit gat dat de VS mogelijk achterlaat, vraagt om een nieuwe rol van Europa en Nederland in de wereld.
Als liberaal land hechten we terecht waarde aan democratie en mensenrechten. Vrijheid en gelijkheid zijn universele waarden, geen exclusief Westerse. Maar de realiteit is dat niet de hele wereld democratisch en liberaal zal zijn, zeker niet op korte termijn. Na de Koude Oorlog dachten velen dat de wereld één grote vrije democratie zou worden. Die illusie is verdwenen.
De recente geschiedenis toont aan dat het van buitenaf opdringen van democratie vaak averechts werkt. In Irak leidden externe inmenging en geforceerde democratisering tot chaos en menselijk leed. Regionale stabiliteit moet daarom prioriteit krijgen boven het exporteren van ons democratisch model. Duurzame verandering komt uit interne bewegingen en groeiprocessen, niet door externe dwang.
Uiteraard laten wij onze waarden niet los. Laat Nederland en Europa het heldere lichtpunt blijven van de wereld op het gebied van vrijheid en democratie. We blijven opkomen voor minderheden en mensenrechten, maar we erkennen wel dat verandering van binnenuit moet komen. Het bevorderen van stabiliteit, van een rechtsstaat en van fundamentele vrijheden is effectiever dan het eisen van directe democratische hervormingen.
Dat betekent dat actieve betrokkenheid bij de wereld om ons heen essentieel is. Nederlanders veilig houden doe je niet thuis op de bank. Isolationisme is geen optie; strategische samenwerking wel. Opkomen voor onze kernbelangen betekent juist dat we ons met het buitenland moeten bemoeien. We moeten nieuwe partners vinden die onze belangen kunnen dienen. Denk hierbij aan relatief stabiele landen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika, zoals Qatar, Marokko en Jordanië, die cruciale partners zijn in een instabiele regio. Of soortgelijke partners in Zuid-Amerika. Alleen door zulke allianties te smeden, kunnen we onze positie in de wereld verstevigen en zo Nederlanders maximaal beschermen tegen de gevolgen van instabiliteit elders.
- Een sterke krijgsmacht en defensie-industrie als ruggengraat van onze internationale veiligheid
Als we vrede willen, moeten we ons voorbereiden op oorlog. Dit eeuwenoude principe is vandaag de dag misschien wel relevanter dan ooit. In een wereld waarin vrijheid en veiligheid niet vanzelfsprekend zijn, kunnen we het ons niet veroorloven naïef te zijn. Alleen door onze defensie te versterken, onze bondgenootschappen te versterken en resoluut op te treden tegen agressie, kunnen we de veiligheid van Nederlanders beschermen. Voor vrede kiezen, betekent kiezen voor paraatheid.
Vorig jaar heeft de VVD een historische eerste stap gezet met de wet die minimaal 2% van het BBP voor defensie-uitgaven heeft vastgelegd. Stabiliteit en zekerheid voor de mannen en vrouwen die dag in dag uit klaarstaan voor onze veiligheid. Mensen die uit volle overtuiging gekozen hebben om hun leven en hun deskundigheid in te zetten om ons vrij en veilig te houden. Zij verdienen ons grootst mogelijke respect en onze dankbaarheid. En onze maximale steun.
De 2% is geen eindpunt, maar een minimum. En niet alleen voor ons. Alle Europese landen moeten hun verantwoordelijkheid nemen en minstens 2% van hun BBP aan defensie besteden. Onder andere Italië, Spanje, België en Luxemburg blijven achter. Onacceptabel. Zij moeten snel de 2% halen. Als alle EU-landen 2% uitgeven aan defensie, levert dat snel tientallen miljarden op voor de Europese defensie-industrie. Iedereen moet eerlijk bijdragen en zijn eigen broek ophouden. Europese solidariteit en veiligheid gaan hand in hand. Alle landen moeten verantwoordelijkheid nemen voor onze collectieve veiligheid.
Ik verwacht dat het kabinet landen in Europa die zelfs nu nog achterblijven op de 2%-norm, aanspreekt op hun verantwoordelijkheid.
Voor de VVD is het duidelijk. Om te kunnen staan voor onze veiligheid, om de Russische dreiging het hoofd te bieden en Oekraïne krachtig te steunen, moeten we onze defensie-uitgaven op termijn opschalen naar minimaal 3,5% van ons BBP en wellicht hoger dan dat. De VVD zal het initiatief nemen om de nieuwe NAVO-norm later ook wettelijk vast te leggen. Ongeacht de uiteindelijke hoogte, we zorgen ervoor dat de NAVO-norm altijd wettelijk moet worden gehaald.
Die 3,5% is geen willekeurig percentage. De Brusselse denktank Bruegel berekende dat een geloofwaardige afschrikking tegen Rusland meer tanks, infanterievoertuigen en artillerie vergt dan Frankrijk, Duitsland, Italië en het VK samen bezitten. Alleen al voor 90 dagen oorlog zijn ruim een miljoen 155 mm granaten nodig. Duitsland zou 3,5% van zijn BBP moeten investeren om aan deze defensiebehoeften te voldoen. Logischerwijs zou Nederland, met vergelijkbare verantwoordelijkheden, met een ingroeipad toe moeten naar het leveren van een vergelijkbare inspanning.
Deze investering waarborgt niet alleen onze veiligheid, maar zorgt voor een strategische sprong vooruit. Het gaat niet alleen om tanks en fregatten, maar om het opbouwen van een significante technologische voorsprong van Europa.
Daarom pleit de VVD voor een speciale defensie-autoriteit, naar voorbeeld van het Amerikaanse DARPA, voor het stimuleren van baanbrekende defensie-innovaties en fundamenteel onderzoek. Dit instituut moet geavanceerde technologieën ontwikkelen, zoals AI voor cyberverdediging en kwantumbeveiliging, en investeren in een Europese cloudinfrastructuur om onze digitale veiligheid te waarborgen.
Elke euro geïnvesteerd in defensie-innovatie boekt vijf tot tien euro aan rendement. Deze investeringen scheppen hoogwaardige banen, versterken onze kenniseconomie, en creëren nieuwe producten voor de civiele markt. De smartphone in uw zak, de navigatie in uw auto, de medische scanner in het ziekenhuis – ze bouwen allemaal voort op technologie die ooit voor defensie werd ontwikkeld.
Maar willen we opschalen, willen we de defensie-industrie laten groeien en onze krijgsmacht versterken, dan moeten we de regels die deze vooruitgang belemmeren, aanpakken. De ruimte om te oefenen, materieel op te slaan en te trainen wordt steeds verder ingeperkt. Er ontstaat een verstikkend patroon van regelgeving – milieuregels, privacywetgeving en zorgen over geluidsoverlast – dat onze defensiecapaciteit als een onzichtbaar net belemmert. Deze cultuur van beperkingen moeten we doorbreken. De VVD wil dat defensie niet langer verdrinkt in bureaucratie. We pleiten voor nieuwe wetgeving die defensie prioriteit geeft.
Wij moeten ook niet naïef zijn over het belang van een geloofwaardige Europese nucleaire afschrikking. De VVD is bereid om te onderzoeken hoe we de Franse en Britse nucleaire capaciteit kunnen benutten als Europees veiligheidsschild. Een sterk Europa heeft nu eenmaal een geloofwaardige nucleaire afschrikking nodig.
Momenteel kunnen Europese landen zonder de VS praktisch geen militaire operaties uitvoeren. Daarom moeten we snel werk maken van een Europese NAVO-pijler waarbinnen landen via eigen satellieten, wapensystemen en commandostructuren, zelfstandig kunnen opereren.
Al met al komt het erop neer dat we de realiteit onder ogen moeten zien. Wie nu wegkijkt, betaalt later een veel hogere prijs.
- Een sterke economie als motor
Terwijl in het jaar 2000 het aandeel van de huidige 27 EU-lidstaten nog een kwart van de wereldwijde economie was, is dat in 2025 nog maar een zesde. Onze economie is niet gekrompen, maar landen als China, India en Brazilië zijn veel harder gegroeid. Dit heeft directe gevolgen voor de geopolitieke machtsverhoudingen.
Economische kracht bepaalt geopolitieke invloed. Zonder een sterke economie heb je weinig speelruimte op het wereldtoneel. En het gaat niet alleen om groei: invloed ontstaat wanneer je de wereld iets essentieels levert. Nederland heeft als innovatieve economie, met bedrijven zoals ASML, goud in handen. Maar die positie is geen vanzelfsprekendheid en staat onder druk. We beginnen technologisch en economisch achterop te raken en dit moet veranderen.
Daarbij hebben we als Nederland en Europa onze strategische soevereiniteit verwaarloosd door ons voor onze energie afhankelijk te maken van Rusland en de VS, voor onze veiligheid van de VS en van China voor kritieke grondstoffen.
We spreken hier bewust van strategische soevereiniteit en niet van autonomie. Volledige autonomie en ontkoppeling van de rest van wereld is onhaalbaar en onwenselijk. Maar we moeten onze afhankelijkheden beperken, zodat we in Europa en Nederland zelf over onze toekomst gaan en niemand anders. We kiezen hiermee duidelijk voor derisking in plaats van decoupling van de rest van de wereld.
De ontwikkelingen gaan nu razendsnel. De autocraten en transactionelen op deze aardbol hebben elkaar gevonden en behoefte aan Europese samenwerking op onafhankelijkheid is in een stroomversnelling gekomen. Een geluk bij een ongeluk, laten we maar zeggen. Want we moeten eerlijk zijn: deze stappen hadden al veel eerder gezet moeten worden. De oorlog in Oekraïne, de coronapandemie en de wispelturige koers van het Witte Huis tonen al jaren aan: die afhankelijkheid van autocraten en transactionelen is een luxe die we ons in Europa niet langer kunnen permitteren.
Frankrijk begreep dit eerder dan wij. Waar Duitsland en Nederland zich vastklampten aan Russisch gas en nu de prijs betalen, koos Frankrijk met kernenergie voor energiezekerheid. Nederland trekt op hoog tempo een been bij: Minister Hermans plant vier nieuwe kernreactoren om onze economie te beschermen en te bevrijden van Russische chantage. Wie dit niet wil zien, bedient de belangen van het Kremlin.
We weten dat Nederland nooit totaal onafhankelijk kan zijn. Onze welvaart groeit mede door internationale handel. Maar een bloeiende, sterke economie vraagt stabiele, tweezijdige relaties. Geen eenzijdige afhankelijkheid van onbetrouwbare regimes.
Kritieke grondstoffen zoals lithium en kobalt zijn essentieel voor onze elektrische auto’s, windmolens en defensie. Wat kolen waren in de 19e eeuw en olie in de 20e eeuw zijn kritieke grondstoffen in de 21e eeuw. Dit laat de recente grondstoffen deal tussen Oekraïne en de VS ook zien.
Met een afhankelijkheid van 90% van China voor zeldzame metalen zijn we in Europa extreem kwetsbaar. We moeten mijnbouw en raffinage in Europa opvoeren en nieuwe leveranciers zoeken in Afrika en de Amerika’s. Groenland en Canada, met hun rijke voorraden, verdienen diepgaande samenwerking met de EU – desnoods met EU-lidmaatschap in het vooruitzicht. De recent aangenomen Critical Raw Materials Act is een begin, maar we moeten sneller investeren.
Dit gaat echter niet alleen over onze Europese onafhankelijkheid. Dit gaat ook over de spelregels die we hanteren en de manier waarop we zelf opereren.
We hebben vrijhandel met spierballen nodig. Te lang dachten we dat open markten vanzelf eerlijke concurrentie zouden opleveren. Die naïviteit kunnen we ons niet langer permitteren. De tijd van grenzeloze openheid zonder wederkerigheid, is voorbij.
Vrijhandel is geen vrijbrief voor oneerlijke concurrentie, maar een kwestie van gelijkwaardige kansen onder eerlijke voorwaarden. Als China onze exporteurs blijft dwarsbomen terwijl het gesubsidieerde producten dumpt, moeten we Chinese producten met tarieven en quota van onze markt weren. De tarieven op Chinese elektrische auto’s zijn een begin; we zouden hetzelfde moeten doen bij andere strategische sectoren waar oneerlijke concurrentie speelt.
Tegelijkertijd moeten we onze afhankelijkheid van afzonderlijke markten verkleinen door economische diversificatie te stimuleren, denk aan nauwere banden met India, Canada en Mexico.
De recente handelsontwikkelingen laten zien dat we mogelijk ook met een beginnende internationale handelsoorlog te maken hebben. Trump heeft niet alleen tarieven op Europese producten aangekondigd, maar ook op goederen uit Canada, Mexico en China. De aangekondigde handelstarieven van 25% op Europese goederen kunnen de Nederlandse economie hard raken. Volgens de Rabobank gaat dit grote schade aanrichten. Maar liefst €12 miljard in 2 jaar tijd. Dit is geen abstract bedrag – het betekent minder groei, meer werkloosheid en hogere prijzen voor gewone Nederlanders. Voor Nederlandse huishoudens betekent dit honderden euro’s extra kosten per jaar, juist nu gezinnen al kampen met flink duurdere boodschappen. De gewone, hardwerkende Nederlander betaalt de rekening. Dit is de prijs van populisme. We moeten voor onszelf opkomen. Als de VS doorgaat met de aangekondigde heffingen, moet de EU direct en krachtig terugslaan met gerichte tegentarieven op Amerikaanse import en in het uiterste geval met gerichte tarieven tegen Tesla’s of producten uit doorslaggevende verkiezingsstaten.
Het is daarnaast onbegrijpelijk dat het Mercosur-verdrag tussen de EU en Zuid-Amerika dreigt te stranden omdat partijen van links tot rechts – altijd vol van strategische soevereiniteit – om zogenaamde klimaat- en milieuredenen tegenstemmen. Dit terwijl een studie van de London School of Economics juist aantoont dat Mercosur CO2-uitstoot en ontbossing niet verergert. We kunnen het ons niet veroorloven Zuid-Amerika aan China en Rusland te verliezen.
We pleiten voor een spoedbehandeling van Mercosur, met nog voor de zomer EU-goedkeuring.
- Een slagvaardig Europa
Zonder een sterk en goed samenwerkend Europa, blijft ons continent een speelbal van interne verdeeldheid en externe machten. Afhankelijkheid van Rusland en China vraagt om meer dan economische weerbaarheid – het vereist een Europees continent dat geopolitiek volwassen wordt. Ik noem hier bewust het gehele Europese continent, want we hebben ook onze partners die niet in de EU zitten, zoals het VK en Noorwegen, hard nodig voor onze veiligheid en welvaart.
De EU is al lang niet meer alleen van belang voor onze markt en munt. De EU zal ons samen met de NAVO veilig moeten houden. Dat kunnen we namelijk niet alleen. We hebben een Europese veiligheidsraad nodig. De recente bijeenkomst in Londen, onder leiding van de Britse premier Starmer, met de coalition of the willing was wellicht een goede eerste stap. Daarnaast zal de Europese Commissie meer slagkracht moeten krijgen om via handel en sancties, machtspolitiek te kunnen bedrijven. Verdieping van samenwerking met gelijkgestemde EU-landen zoals Frankrijk en Duitsland is cruciaal. Deze verdieping willen wij niet met de hele EU, want laten we eerlijk zijn, landen als Hongarije en Slowakije ondermijnen juist onze buitenlandpolitiek, met hun pro-Russische houding en hun afbraak van de rechtsstaat.
Als we als Europa serieus genomen willen worden op het wereldtoneel, moeten we onszelf serieus nemen en verantwoordelijkheid pakken voor onze eigen regio. En dat doen we nu niet. Europa moet verantwoordelijkheid nemen over haar eigen voor- en achtertuin.
Oorlogen, politieke onrust en economische crises in Syrië, Libië, de Balkan en Oekraïne leiden tot massamigratie, geopolitieke dreigingen en concrete veiligheidsrisico’s in ons eigen land. Het is in ons belang deze instabiliteit te beperken. Dat betekent twee zaken. Ten eerste het beschermen van onze eigen grenzen. Ten tweede de achtertuin van Europa op orde houden. Nationaal buitenlandbeleid is de facto Europees buitengrenzenbeleid. Conflicten en migratiedruk aan de randen van Europa bedreigen onze veiligheid en welvaart. Daarom moet het Nederlandse en Europese buitenlandbeleid zich hierop richten. Onze veiligheid begint niet bij onze landsgrenzen, maar bij de achtertuin van Europa.
De dagen van de Pax Americana zijn voorbij. Daarmee ook de dagen dat Europa haar veiligheidsvraagstukken aan anderen over kon laten. Het is tijd voor een Europese houding die in onze achtertuin onze eigen belangen vooropstelt. Noem het maar de VVD-doctrine: in onze achtertuin dragen wij altijd verantwoordelijkheid voor stabiliteit en vrede. En we mogen niet toestaan dat imperiale machten zonder Europese landen deals met elkaar sluiten. Daarom is het ook zo belangrijk dat Europa voor vrede in Oekraïne aan tafel zit.
Hoe we nu omgaan met onze partners rond het Europese continent kan wel een stuk beter. We moeten in Europees verband minder aan liefdadigheid doen. We moeten investeren in plaats van alleen doneren. Door eerlijke handelsrelaties en investeringen van bedrijven en ontwikkelingsbanken stimuleren we economische groei en verkleinen we de migratiedruk.
We moeten de EU en Europa slagvaardiger maken. Met gelijkgestemde partners bouwen we een continent dat zichzelf kan verdedigen tegen andere grootmachten in de wereld.
- Een weerbare samenleving
Conflicten en oorlogen worden niet langer met alleen traditionele wapens uitgevochten. Onze rechtsstaat staat zwaar onder druk door aanvallen van verschillende kanten. Dit gaat nog verder dan een mogelijk escalerende oorlog op ons continent.
Zo zijn het beïnvloeden van verkiezingen, het onder druk zetten van diaspora, het hanteren van de verdeel en heers tactiek, het inzetten van nepnieuws en manipulatie en het uitvoeren van cyberattacks beproefde methoden van autocraten om democratieën te verstoren en samenlevingen te ontregelen. Geen enkele samenleving wordt hier uitgezonderd; ook ons land en de rest van Europa is met regelmaat doelwit. Onze onderzeese datakabels en energie-infrastructuur worden regelmatig gesaboteerd. Cyberaanvallen leggen ziekenhuizen, universiteiten en overheden plat. Ook in Nederland.
Nepnieuws is een plaag die de weerbaarheid van vrije democratieën op dagelijkse basis toetst. Via TikTok zijn recent nog de Roemeense verkiezingen gemanipuleerd, waarbij gerichte desinformatie de uitslag beïnvloedde. Russische trollenfabrieken verspreiden zo veel leugens over de oorlog in Oekraïne en zaken als MH17 dat de waarheid dusdanig wordt vertroebeld, dat er geen “waarheid” meer bestaat.
Ook drugscriminelen maken dankbaar gebruik van onze vaak nog naïeve wetgeving en Europese regels. De georganiseerde misdaad, die internationaal sneller, effectiever en vele malen succesvoller samenwerkt, dan wij met onze internationale partners, verdient goud geld en is meedogenloos. In Europa is de georganiseerde misdaad de afgelopen tien jaar niet alleen gegroeid en internationaal zeer vertakt, het is ook gewelddadiger geworden. Nederland is wereldwijd gezien, samen met België, de drugshub voor handel van harddrugs. Het komt hier de Rotterdamse haven binnen en wordt verder de wereld in gestuurd. Colombiaanse, Mexicaanse, Marokkaans-Nederlandse, maar ook bijvoorbeeld Chinese kartels, zijn zeer actief in ons land. De drugs en het geld verlaten ons land grotendeels, het geweld en de bedreigingen blijven hier. Willen we criminelen hard pakken waar het pijn doet, dan moeten we mikken op de portemonnee. En willen we dat effectief kunnen doen, zullen we nauwer samen moeten werken met landen waar het geld via ondergronds bankieren wordt witgewassen. Landen als Marokko, Turkije en Dubai. En nauwer samenwerken met de landen waar de drugs vandaan komen, zoals Zuid-Amerika, en waar de drugs naartoe gaan, zoals Australië en het VK.
Platformen als Telegram zijn daarbij een paradijs voor criminelen, waarin zonder toegang van veiligheidsautoriteiten kan worden gecommuniceerd. Onze inlichtingen- en veiligheidsdiensten lopen voorop, maar hebben te maken met verouderde wetten en politici die niet durven te kiezen voor veiligheid. Een weerbare samenleving, vraagt op de eerste plaats weerbare politici. Die niet wegkijken, die niet duiken. We moeten onze inlichtingen- en veiligheidsdiensten meer ruimte geven om ons te beschermen. Zowel nationaal als internationaal. Tegen hybride oorlogsvoering, tegen terreur, tegen bloeddorstige criminelen. Onze manier van leven wordt van vele kanten aangevallen. En verliezen is geen optie.
Beste mensen, toen ik opgroeide was globalisering het antwoord op bijna alles. De Amerikaanse politicoloog en filosoof Fukuyama had het over ‘the end of history’. We konden vertrouwen hebben in de toekomst, er zouden geen fundamentele alternatieven meer opkomen voor de liberale democratie als politiek systeem. Als je nu echter opgroeit in tijden van fragmentatie en ontkoppeling, kan dat een hele onzekere wereld met zich meebrengen. En voor een deel is dat ook waar.
Terwijl ik hier spreek, zijn onze mannen en vrouwen onze krijgsmacht aan het versterken en strijden dappere Oekraïense mannen en vrouwen tegen de agressie van Poetin. China lijkt een invasie van Taiwan voor te bereiden. De ayatollahs komen steeds dichter bij de ontwikkeling van een kernwapen, en Noord-Korea werkt nauw samen met de defensiemachten van Rusland en China.
Iedereen moet beseffen dat veiligheid een werkwoord is. Het is niet vanzelfsprekend en het heeft een prijs. Tegen mijn collega-politici wil ik zeggen: het is goed dat strategische soevereiniteit en investeringen in defensie in jullie verkiezingsprogramma’s staan, maar handel er dan ook naar in de Kamer. Roep het niet alleen voor de bühne. Sta op tegen machten die de stabiliteit van onze samenleving bedreigen.
Tegen meedogenloze criminelen die daar misbruik van maken omdat zij internationaal beter georganiseerd zijn dan wij. We zullen moeilijke financiële en morele keuzes moeten maken om voor onze eigen veiligheid te staan en ik reken op jullie steun.
Tegen de Europese leiders van vandaag wil ik zeggen: neem je verantwoordelijkheid. Laat een krachtig Europa zien en ga vooral niet in het openbaar huilen om hoe erg de geopolitieke situatie is. We moeten nu geen zwakte laten zien. Ga aan de slag en maak die volwassen keuzes.
Toch is dit vandaag geen pessimistisch verhaal. Dat zou ook niet passen bij ons VVD’ers. Zoals bij elke crisis, is dit ook een kans. Een kans om met nieuw elan hoofdzaken en bijzaken van elkaar te scheiden. Een kans om met nieuw elan en vastberadenheid een weerbaar, zelfbewust en doortastend Europa te creëren, dat haar normen en waarde koppelt aan een realistisch en volwassen buitenlandbeleid. Het is ook een kans voor de politiek om leiderschap te tonen wanneer dit het hardst nodig is. Als we dit volwassen aanpakken, kan dit ook het begin van onze toekomst voor onze eigen veiligheid en welvaart zijn. En tegen u hier en tegen Nederland wil ik zeggen, u kunt op mij rekenen.
Text version English
Last week, I spent several days in Ukraine, where I was able to witness the war up close. The destruction, the sorrow, but also the determination of the Ukrainian people left a deep impression on me. What happened in Bucha, the torture, rapes, and mass murders clearly demonstrate what Putins regime is capable of. These are not isolated incidents but systematic war crimes that must not go unpunished.
We must do everything in our power to hold the perpetrators accountable. The victims deserve justice. And current and future perpetrators must see that impunity is not an option and that international law will be upheld.
I would like to express my deep gratitude once again to the Ukrainian people. Their fight is not just their own; it is also Europe’s fight. It is a struggle for freedom and democracy. And for those who still feel Ukraine is far away or who doubt the relevance of this war to us: Ukraine is as close to us as Spain. Their fight is also our fight. Our free way of life is at stake.
Over the past ten years, the world has changed dramatically. Where countries and power blocs were once intertwined through trade, security, and politics, we now see increasing fragmentation.
Alliances and systems that once cooperated are under pressure. This global fragmentation is certainly not new. It has been happening for a decade. We see it in the worsening relations between the West, Russia, and China. Over the past ten years, the relationship between the West and Russia has deteriorated significantly, with the annexation of Crimea in 2014 as a turning point. Russia’s full-scale invasion of Ukraine in 2022 marked a new phase, leading to heavy economic sanctions and an economic separation between Russia and Europe.
In the long term, the world’s economic center of gravity appears to be shifting toward China, bringing challenges. While China is deeply economically intertwined with Europe, it is also, along with its partners in crime Russia, Iran, and North Korea, actively seeking to undermine Western freedoms through disinformation and infiltration. Additionally, since 2018, a major trade war has been ongoing between the U.S. and China, with significant consequences for Europe.
Closer to home, Brexit in 2020 also caused fragmentation, with political and economic consequences. Recent security crises seem to be strengthening ties between the EU and the UK again. Other developments that have profoundly changed Europe include the migration crisis since 2015, the rise of ISIS, the growth, professionalization, and internationalization of organized crime, the Afghan refugee influx in 2021, and the arrival of Ukrainian refugees in 2022.
Beyond geopolitical shifts, the West is experiencing increasing societal and political polarization. Social media, the rise of radical and anti-democratic movements, and growing distrust in governments and institutions are leading to instability across the West. The COVID-19 pandemic intensified this and exposed our dependency on China for production capacity.
With Trump’s return to the White House and his rhetoric and policies, we seem to be moving toward a context where a few leaders, autocrats, and transactional politicians, seek to divide the world among themselves. It is no longer about the values that bind us or the freedoms we seek to protect. For them, it is about power and business deals.
If we as Europeans allow this to happen, it will have major consequences for our free democracies, our way of life, and our security, directly affecting the Netherlands.
But regardless of who was elected in November 2024, this analysis would have been necessary. Whether Donald Trump is in the White House or Kamala Harris, the geopolitical trends we see today have been unfolding for years, even if at an accelerated pace. That is why Europe needs leaders who view the world realistically and dare to make difficult choices now. Old mantras, including our own, no longer apply. The American security umbrella can no longer be the sole cornerstone of our security. The world as we knew it is changing rapidly.
And you know the VVD’s philosophy: there is no use in complaining or lamenting from the sidelines. So, we will not do that about the current U.S. administration either. The fact is that for decades, we in the Netherlands and Europe have made ourselves too dependent on whoever was in the White House.
We spent less than 2% of our GDP on defense, opened our markets to the entire world, and made our economy reliant on China and Russia for raw materials. Geopolitical thinking seemed unnecessary because we believed in a world that was either classically liberal or would become so.
This was naive. Freedom, security, and prosperity are not natural phenomena, nor are they guaranteed.
Without a realistic understanding of the new rules of the game, even the strongest tools remain powerless. Recent events underscore the urgency of this issue. A shift in our foreign policy thinking and actions is needed. Tonight, I will outline the approach the VVD is taking and where we stand.
The ten guiding principles we have used for our foreign policy over the past decade need serious revision. Not only has the VVD entered a new chapter, but the world has fundamentally changed as well. It is high time to grow up and stand on our own feet.
That is why tonight, we will discuss our five pillars for a mature foreign policy.
- Security interest of the Dutch as a guiding principle
Keeping the Dutch people safe is one of the core responsibilities of the government. In fact, it is the duty of the state. This means that, especially in times of geopolitical instability, our foreign policy must be assessed against this goal: keeping the Dutch people safe.
Our way of life, our rule of law, rooted in values such as freedom and democracy, forms the foundation of our prosperity and of societies in the Netherlands and Europe. Autocratic countries like Iran, North Korea, Russia, and China are conspiring to undermine our democratic principles and freedoms. They seek ways to exert influence, weaken our social structures, and dismantle our free democracies.
Now more than ever, it is crucial to form a strong European front against this. The U.S. appears to have chosen a different course, no longer willing to act as the guardian of the free world and, for now, shifting its focus away from the norms and values that bind the West together. This potential void left by the U.S. demands a new role for Europe and the Netherlands on the global stage.
As a classically liberal country, we rightly value democracy and human rights. Freedom and equality are universal values, not exclusively Western ones. But the reality is that not every part of the world will become democratic and classically liberal, certainly not in the short term. After the Cold War, many believed that the world would evolve into one great free democracy. That illusion has vanished.
Recent history has shown that imposing democracy from the outside often backfires. In Iraq, foreign intervention and forced democratization led to chaos and human suffering. Therefore, regional stability must take precedence over exporting our democratic model. Sustainable change comes from internal movements and gradual growth, not from external coercion.
Of course, we do not abandon our values. The Netherlands and Europe must remain a beacon of freedom and democracy. We will continue to stand up for minorities and human rights, but we also recognize that change must come from within. Promoting stability, the rule of law, and fundamental freedoms is more effective than demanding immediate democratic reforms.
This means that active engagement with the world around us is essential. Keeping the Dutch people safe cannot be done from the comfort of our homes. Isolationism is not an option, strategic cooperation is. Defending our core interests requires us to engage with foreign affairs. We must seek new partners who can serve our interests. Consider relatively stable countries in the Middle East and North Africa, such as Qatar, Morocco, and Jordan, which are crucial partners in an unstable region. Or similar partners in South America. Only by forging such alliances can we strengthen our position in the world and maximize protection for the Dutch people against the consequences of instability elsewhere.
- A Strong Military and Defense Industry Must Be the Backbone of Our International Security
If we want peace, we must prepare for war. This centuries-old principle is more relevant today than ever. In a world where freedom and security are not guaranteed, we cannot afford to be naive. Only by strengthening our military, reinforcing our alliances, and taking a firm stance against aggression can we protect the security of the Dutch people. Choosing peace means choosing readiness.
Last year, the VVD took a historic first step by enshrining a minimum of 2% of GDP for defense spending into law. This provides stability and certainty for the men and women who stand ready every day to ensure our safety. People who have made a conscious choice to dedicate their lives and expertise to keeping us free and secure. They deserve our utmost respect and gratitude, and our full support.
The 2% is not an endpoint but a minimum. And not just for us. All European countries must take responsibility and spend at least 2% of their GDP on defense. Countries such as Italy, Spain, Belgium, and Luxembourg are still lagging behind. This is unacceptable. They must meet the 2% target quickly. If all EU countries allocate 2% of their GDP to defense, it would rapidly generate tens of billions of euros for the European defense industry. Everyone must contribute fairly and carry their own weight. European solidarity and security go hand in hand. All nations must take responsibility for our collective security. I expect the Dutch government to hold European countries that are still falling short of the 2% standard accountable for their obligations.
For the VVD, the message is clear. To stand up for our security, to counter the Russian threat, and to strongly support Ukraine, we must gradually scale up our defense spending to at least 3.5% of our GDP, and perhaps even higher. The VVD will take the initiative to enshrine the new NATO standard into law. Regardless of the final percentage, we will ensure that meeting the NATO standard becomes a legal requirement.
This 3.5% is not an arbitrary figure. The Brussels-based think tank Bruegel has calculated that credible deterrence against Russia requires more tanks, infantry vehicles, and artillery than France, Germany, Italy, and the UK combined currently possess. Just for 90 days of warfare, over a million 155mm shells would be needed. Germany would need to invest 3.5% of its GDP to meet these defense requirements. Logically, the Netherlands, with similar responsibilities, must follow a similar trajectory to contribute its fair share.
This investment not only ensures our security but also represents a strategic leap forward. It is not just about tanks and frigates; it is about establishing a significant technological advantage for Europe.
That is why the VVD advocates for a special defense authority, modeled after the U.S. DARPA, to drive groundbreaking defense innovations and fundamental research. This institution should develop advanced technologies, such as AI for cyber defense and quantum encryption, and invest in a European cloud infrastructure to safeguard our digital security.
Every euro invested in defense innovation generates five to ten euros in economic returns. These investments create high-quality jobs, strengthen our knowledge economy, and produce new products for the civilian market. The smartphone in your pocket, the GPS in your car, the medical scanner in a hospital, all trace their origins to technologies initially developed for defense.
But if we want to scale up, grow our defense industry, and strengthen our military, we must address the regulatory barriers that hinder this progress. Training space, equipment storage, and military exercises are increasingly restricted. A stifling web of regulations, environmental rules, privacy laws, and noise concerns, is invisibly constraining our defense capabilities. This culture of restrictions must be broken. The VVD wants to ensure that defense is no longer suffocated by bureaucracy. We advocate for new legislation that prioritizes defense needs.
We must not be naive about the importance of a credible European nuclear deterrent. The VVD is willing to explore how we can leverage French and British nuclear capabilities as a European security shield. A strong Europe simply requires a credible nuclear deterrent.
At present, European countries are practically unable to conduct military operations without the U.S. Therefore we must swiftly develop a European NATO pillar, within which countries can operate independently using their own satellites, weapons systems, and command structures.
Ultimately, we must face reality. Those who look away now will pay a much higher price later.
- A Strong Economy Must Be Our Driving Force
In the year 2000, the current 27 EU member states accounted for a quarter of the global economy. By 2025, this share will have shrunk to just one-sixth. Our economy has not contracted, but countries like China, India, and Brazil have grown much faster. This has direct consequences for geopolitical power balances.
Economic strength determines geopolitical influence. Without a strong economy, there is little room to maneuver on the world stage. And it is not just about growth: influence arises when you provide something essential to the world. The Netherlands, with its innovative economy and companies like ASML, holds a strategic advantage. But this position is not guaranteed and is under pressure. We are beginning to lag technologically and economically, and this must change.
Moreover, the Netherlands and Europe have neglected their strategic sovereignty by becoming dependent on Russia and the U.S. for energy, on the U.S. for security, and on China for critical raw materials.
We deliberately speak of strategic sovereignty, not autonomy. Full autonomy and decoupling from the rest of the world are neither feasible nor desirable. But we must reduce our dependencies so that Europe and the Netherlands can determine their own future, no one else. This means clearly choosing derisking rather than decoupling from the rest of the world.
Developments are now accelerating. The world’s autocrats and transactional powers have found common ground, and the need for European cooperation on independence has gained momentum. A blessing in disguise, one might say. Because let’s be honest: these steps should have been taken much earlier. The war in Ukraine, the COVID-19 pandemic, and the unpredictable course of the White House have long made it clear: dependence on autocrats and transactional powers is a luxury that Europe can no longer afford.
France understood this before we did. While Germany and the Netherlands clung to Russian gas and are now paying the price, France chose energy security through nuclear power. The Netherlands is catching up quickly: Minister Hermans is planning four new nuclear reactors to protect our economy and free us from Russian blackmail. Those who refuse to see this are serving the interests of the Kremlin.
We know that the Netherlands can never be completely independent. Our prosperity is partly driven by international trade. But a thriving, strong economy requires stable, reciprocal relationships, not one-sided dependence on unreliable regimes.
Critical raw materials like lithium and cobalt are essential for our electric vehicles, wind turbines, and defense. What coal was in the 19th century and oil in the 20th, critical raw materials are in the 21st. The recent raw materials deal between Ukraine and the U.S. demonstrates this as well.
With 90% dependence on China for rare metals, Europe is extremely vulnerable. We must increase mining and refining in Europe and seek new suppliers in Africa and the Americas. Greenland and Canada, with their rich reserves, deserve deep cooperation with the EU, even with EU membership as a potential prospect. The recently adopted Critical Raw Materials Act is a start, but we must invest faster.
This is not just about European independence. It is also about the rules we follow and how we operate.
We need fair trade with strength. For too long, we assumed that open markets would automatically lead to fair competition. We can no longer afford that naivety. The era of limitless openness without reciprocity is over.
Free trade is not a free pass for unfair competition, but a matter of equal opportunities under fair conditions. If China continues to block our exporters while dumping subsidized products, we must keep Chinese goods out of our market with tariffs and quotas. The tariffs on Chinese electric cars are a start, we should apply the same approach to other strategic sectors facing unfair competition.
At the same time, we must reduce dependence on individual markets by promoting economic diversification, strengthening ties with India, Canada, and Mexico.
Recent trade developments suggest we may be facing a nascent international trade war. Trump has not only announced tariffs on European goods but also on products from Canada, Mexico, and China. The proposed 25% tariffs on European goods could severely impact the Dutch economy. According to Rabobank, this could cause enormous damage, 12 billion in just two years.
This is not an abstract number, it means less growth, more unemployment, and higher prices for ordinary Dutch people. For Dutch households, this translates to hundreds of euros in extra costs per year, at a time when families are already struggling with rising grocery bills. The ordinary, hardworking Dutch citizen is footing the bill. This is the price of populism.
We must stand up for ourselves. If the U.S. proceeds with its announced tariffs, the EU must respond immediately and forcefully with targeted countermeasures on American imports, and, if necessary, with tariffs on Tesla’s or products from politically crucial U.S. states.
It is also incomprehensible that the Mercosur trade agreement between the EU and South America is at risk of collapsing because parties across the political spectrum, who always speak of strategic sovereignty, oppose it on supposed climate and environmental grounds. This, despite a London School of Economics study showing that Mercosur would not worsen CO2 emissions or deforestation.
We cannot afford to lose South America to China and Russia. We call for urgent approval of Mercosur, with EU ratification before the summer.
- We need an impactful Europe
Without a strong and well-coordinated Europe, our continent will remain a pawn of internal divisions and external powers. Dependence on Russia and China demands more than economic resilience, it requires a geopolitically mature Europe.
I deliberately mention the entire European continent because we also need our non-EU partners, such as the UK and Norway, for our security and prosperity.
The EU is no longer just about our market and currency. Together with NATO, the EU must ensure our security—because we cannot do it alone. We need a European Security Council. The recent meeting in London, led by British Prime Minister Starmer with the coalition of the willing, may have been a good first step. Additionally, the European Commission must gain more strength to exercise power politics through trade and sanctions.
Deepening cooperation with like-minded EU countries such as France and Germany is crucial. However, we do not want this deepening with the entire EU. Let’s be honest. countries like Hungary and Slovakia undermine our foreign policy with their pro-Russian stance and their erosion of the rule of law.
If Europe wants to be taken seriously on the world stage, we must take ourselves seriously and take responsibility for our own region. Right now, we are not doing that. Europe must take responsibility for its own front and backyard.
Wars, political unrest, and economic crises in Syria, Libya, the Balkans, and Ukraine lead to mass migration, geopolitical threats, and concrete security risks within our own countries. It is in our interest to contain this instability. That means two things. First, protecting our own borders. Second, maintaining order in Europe’s backyard. National foreign policy is, in effect, European external border policy. Conflicts and migration pressures on Europe’s periphery threaten our security and prosperity. That is why Dutch and European foreign policy must focus on this. Our security does not begin at our national borders but in Europe’s backyard.
The days of Pax Americana are over. That also means the days are over when Europe could leave its security issues to others. It is time for a European approach that prioritizes our own interests in our own backyard. Call it the VVD doctrine: in our backyard, we take responsibility for stability and peace. And we must not allow imperial powers to make deals among themselves without European countries at the table. This is why it is crucial that Europe plays a role in securing peace in Ukraine.
Our approach to our partners around the European continent could be much better. In European cooperation, we must move away from charity and focus on investment instead of mere donations.
By fostering fair trade relations and encouraging investments from businesses and development banks, we stimulate economic growth and reduce migration pressures.
We must make the EU and Europe more effective. Together with like-minded partners, we must build a continent that can defend itself against other global powers.
- Our Society Must Be Resilient
Conflicts and wars are no longer fought with traditional weapons alone. Our rule of law is under immense pressure from attacks on multiple fronts. And this goes beyond a potentially escalating war on our continent.
Election interference, pressuring diaspora communities, divide-and-rule tactics, disinformation, manipulation, and cyberattacks are all tried-and-tested methods used by autocrats to disrupt democracies and destabilize societies. No society is immune, not our country, nor the rest of Europe. Our undersea data cables and energy infrastructure are regularly sabotaged. Cyberattacks have shut down hospitals, universities, and governments, even in the Netherlands.
Disinformation is a plague that tests the resilience of free democracies daily. Recently, the Romanian elections were manipulated via TikTok, with targeted disinformation influencing the outcome. Russian troll factories spread so many lies about the war in Ukraine and issues like MH17 that the truth becomes so distorted that there is no longer any “truth” at all.
Drug criminals also exploit our often naïve legislation and European regulations. Organized crime collaborates internationally faster, more effectively, and far more successfully than we do with our international partners. In Europe, organized crime has not only grown in the past ten years but has also become more violent and deeply interconnected across borders. The Netherlands, together with Belgium, is the world’s primary hub for hard drug trafficking. It enters through the port of Rotterdam and is then distributed worldwide. Colombian, Mexican, Moroccan-Dutch, and even Chinese cartels are highly active in our country. The drugs and money leave our country, but the violence and threats remain.
If we want to hit criminals where it hurts, we must target their finances. And to do that effectively, we must work closely with countries where money is laundered through underground banking countries like Morocco, Turkey, and Dubai. We must also strengthen cooperation with the countries where drugs originate, such as South America, and where they are destined, such as Australia and the UK.
Platforms like Telegram have become a paradise for criminals, allowing them to communicate without any access for security authorities. Our intelligence and security services are among the best, but they are constrained by outdated laws and politicians who lack the courage to prioritize security.
A resilient society requires resilient politicians. Leaders who do not look away, who do not avoid responsibility. We must give our intelligence and security services more leeway to protect us—both nationally and internationally. Against hybrid warfare, against terrorism, against ruthless criminals. Our way of life is under attack from multiple fronts. And losing is not an option.
Dear friends, when I was growing up, globalization was the answer to almost everything. The American political scientist and philosopher Fukuyama spoke of “the end of history.” We could trust the future; no fundamental alternatives to liberal democracy as a political system would emerge.
But for those growing up today, in an era of fragmentation and decoupling, the world feels much more uncertain. And to some extent, that is true.
As I speak, our men and women are strengthening our armed forces, and brave Ukrainian men and women are fighting against Putin’s aggression. China appears to be preparing for an invasion of Taiwan. The ayatollahs are edging closer to developing a nuclear weapon, and North Korea is working closely with the defense forces of Russia and China.
Everyone must understand that security is a verb. It is not a given, and it comes at a cost.
To my fellow politicians, I say: It is good that strategic sovereignty and defense investments are in your election programs but act on those promises in parliament. Do not just say it for show. Stand up against forces that threaten the stability of our society. Stand up against ruthless criminals who exploit these weaknesses because they are better organized internationally than we are. We must make difficult financial and moral choices to ensure our security, and I count on your support.
To today’s European leaders, I say: take responsibility. Show a strong Europe. Do not publicly lament how bad the geopolitical situation is, right now is not the time for weakness. Get to work and make the tough, mature decisions.
But this is not a pessimistic speech. That would not suit us VVD members. As with every crisis, this is also an opportunity. An opportunity to distinguish between what truly matters and what does not.
An opportunity to build a resilient, self-aware, and decisive Europe that links its values and norms to a realistic and mature foreign policy. It is also an opportunity for politics to show leadership when it is needed most. If we handle this in a mature way, it could mark the beginning of a future where we ensure our own security and prosperity.
And to you here, and to the people of the Netherlands, I say: you can count on me.