Tweestatusstelsel. Bescherming bieden aan wie dat het hardst nodig heeft.
Nederland is het enige land in de EU dat geen onderscheid maakt tussen vluchtelingen (persoonlijke vervolging) en subsidiair beschermden (bijvoorbeeld mensen uit oorlogsgebied). Volgens EU-regels hebben vluchtelingen meer rechten dan subsidiair beschermden. Dat gaat onder andere om de nareis van familie en de duur van de asielvergunning. Omdat Nederland dit onderscheid niet maakt, krijgen subsidiair beschermden meer rechten dan de EU-regels voorschrijven. Dat willen we veranderen. Zo bieden we de juiste bescherming aan mensen die dat nodig hebben.
Asielvergunning. De asielvergunning voor onbepaalde tijd afschaffen.
Nederland heeft jarenlang ruimhartiger beleid gevoerd dan noodzakelijk. Zo krijgen asielzoekers automatisch na vijf jaar een asielvergunning voor onbepaalde tijd. Daar willen wij van af, zodat zij meer druk voelen om te integreren in onze samenleving. Om hier te mogen blijven, moeten ze voortaan voldoen aan voorwaarden zoals participatie en betaald werk. Door deze maatregel wordt Nederland minder aantrekkelijk en zal de instroom dus omlaag gaan. Asielvergunningen voor vluchtelingen krijgen een duur van drie jaar, die voor zogenaamde subsidiair-beschermden één jaar. Na deze periode wordt de vergunning getoetst. Op deze manier is er ruimte voor mensen die hier echt mogen blijven en zijn we niet aantrekkelijker dan de landen om ons heen.
Overlastgevende asielzoekers. Sneller en strenger aanpakken.
Steeds vaker hebben bewoners en ondernemers rondom asielzoekerscentra te maken met overlast van asielzoekers. Denk bijvoorbeeld aan winkeldiefstal, fietsendiefstal en intimidatie. Dit gaan we strenger aanpakken. Overlastgevende asielzoekers moeten sneller en vaker overgeplaatst worden naar een handhaving- en toezichtlocatie. Er worden gebiedsverboden opgelegd en we ontzeggen de toegang tot winkels of het openbaar vervoer. Daarnaast willen we meer snelrecht en effectievere straffen.
Opvang in de regio. Het uitgangspunt van asielbeleid.
Om ervoor te zorgen dat vluchtelingen niet voor illegale en levensgevaarlijke migratieroutes kiezen, moet opvang in de regio het uitgangspunt van het asielbeleid zijn. Om dit te regelen worden er migratiedeals gesloten. Dat doen we in Europees verband, maar het kan ook op kleinere schaal, met enkele gelijkgestemde EU-lidstaten. Om deze migratiedeals te kunnen sluiten, kunnen we bijvoorbeeld ontwikkelingshulp bieden of handelsovereenkomsten sluiten.
Terugkeer. Uitgeprocedeerde asielzoekers moeten meewerken.
Wanneer je uitgeprocedeerd bent en alle procedures hebt doorlopen, moet je wat de VVD betreft terugkeren naar je land van herkomst. Daarom schaffen we de financiering van opvang voor uitgeprocedeerde asielzoekers af. Het terugkeerbesluit geldt in de hele EU, zodat een uitgeprocedeerde asielzoeker het niet in een ander land opnieuw kan proberen.
We kiezen bij de terugkeer voor intensieve begeleiding en een meldplicht. Wie blijft tegenwerken, wordt in bewaring gesteld, zodat men beschikbaar wordt gehouden voor vertrek. We passen hiervoor de wet aan. Een baan mag geen belemmering zijn voor terugkeer.
Europees asielbeleid. Procedures aan de buitengrenzen.
We kunnen de instroom niet beperken als we alleen in Nederland maatregelen nemen. We hebben ook Europese maatregelen nodig om grip te krijgen op migratie. Zo willen we een rechtvaardiger asielsysteem en hervorming van het Europese asielbeleid. Dit doen wij door toe te werken naar procedures aan de buitengrenzen van Europa en versteviging van de bewaking van die buitengrenzen.
Om tot een rechtvaardiger asielsysteem te komen willen we in de toekomst regio’s met veel vluchtelingen ontlasten. Europese landen nodigen vluchtelingen dan uit om hier (tijdelijk) heen te komen. Als dat de enige manier is om Europa binnen te komen, loont het niet om een gevaarlijke reis naar ons continent te maken.
VN-vluchtelingenverdrag. Modernisering is hard nodig.
Het VN-vluchtelingenverdrag stamt alweer uit 1951. Destijds is het opgesteld om de rechten van vluchtelingen, de definitie van de term ‘vluchteling’ en de wettelijke verplichtingen van landen om hen te beschermen vast te leggen. Ook Nederland is hierbij aangesloten. We zijn inmiddels alweer meer dan 70 jaar verder. Als het aan de VVD ligt, wordt het verdrag gemoderniseerd, zodat opvang in de regio het uitgangspunt wordt. In het huidige verdrag is namelijk niet geregeld hoe en waar vluchtelingen opgevangen moeten worden.
Arbeidsmigratie. Strengere eisen aan wie hier komt werken.
Grip op migratie betekent ook grip op arbeidsmigratie. Aan arbeidsmigratie zijn lang te weinig voorwaarden gesteld. Daarom stijgt het aantal arbeidsmigranten snel. Dat leidt tot een hoge druk op voorzieningen en woningen. Terwijl de arbeidsmigranten zelf te vaak in slechte omstandigheden moeten leven.
We willen kritischer kijken naar wie we nodig hebben. Arbeidsmigranten moeten kunnen aantonen dat ze van toegevoegde waarde zijn voor ons land.
Werkgevers hebben nu vaak wel de lusten, maar niet de lasten van arbeidsmigratie. Dat willen we eerlijker verdelen. Misstanden gaan we harder aanpakken. Werkgevers krijgen meer verantwoordelijkheid. Als ze zich ergens willen vestigen, moeten ze eerst aantonen dat de voorzieningen voor arbeidsmigranten op orde zijn en dat de buurt dit kan dragen.
We willen arbeidsmigranten stimuleren om weer terug te gaan naar hun land van herkomst. En wie overlast veroorzaakt, sturen we sneller terug.
Internationale studenten. Grip op studiemigratie.
Internationale studenten, onderzoekers en samenwerkingen zijn belangrijk voor onderwijs, onderzoek en bedrijfsleven. De instroom is nu echter ongericht en te hoog. We willen daarom meer grip op wie in Nederland komt studeren.
Hogescholen en universiteiten moeten vaker bacheloronderwijs in het Nederlands aanbieden. Er is ruimte voor Engelstalige opleidingen, maar alleen als dat nodig is voor de arbeidsmarkt, het specifieke vakgebied of de samenleving. Ook mogen instellingen vaker een numerus fixus opleggen, bijvoorbeeld aan studenten van buiten de Europese Economische Ruimte. We stimuleren briljante studenten om na hun studie in Nederland te blijven, zeker als ze kunnen werken in sectoren waar te mensen tekortkomen.
Integratie. Meedoen in onze samenleving.
Integreren en inburgeren zijn nodig om nieuwkomers hier zoveel mogelijk kansen te geven. Zo kunnen zij echt meedoen in onze samenleving. Door goed de taal te leren, onze vrije waarden te accepteren en een baan te vinden, kunnen nieuwkomers een volwaardig bestaan opbouwen in Nederland. Meedoen en bijdragen aan onze samenleving is geen keuze, maar een plicht die we van nieuwkomers verwachten in ruil voor de geboden gastvrijheid.
Om nieuwkomers een goede start in onze samenleving te geven, is het van belang dat jonge kinderen net als hun ouders zo snel mogelijk aan de slag gaan met het leren van de taal. Iedere gemeente heeft de taak om jonge kinderen van inburgeraars naar voor- en vroegschoolse educatie te laten gaan. Zo voorkomen we onderwijs- en taalachterstanden.
Startbanen. Werken is de norm voor nieuwkomers.
Het hebben van werk is de beste en snelste route naar volwaardige deelname aan onze samenleving. Op de werkvloer komen nieuwkomers namelijk sneller in aanraking met onze taal en normen en waarden. Het hebben van werk is geen keuze, maar een norm die we moeten uitdragen. Om nieuwkomers hierin te ondersteunen, willen we aan de slag met startbanen. Wanneer nieuwkomers weten dat ze hier mogen blijven, bieden we ze standaard een baan aan om ze een goede start te geven. Iedere gemeente heeft de verantwoordelijkheid om nieuwkomers startbanen aan te bieden. Daarbij wordt zoveel mogelijk samengewerkt met sectoren die een tekort aan mensen hebben. Zo kunnen nieuwkomers aan de slag waar ze het meest nodig zijn, bijvoorbeeld in de bouw, de horeca en de zorg. We nemen onnodige drempels weg bij het erkennen van diploma’s, zodat de talenten en kwaliteiten van nieuwkomers zo goed mogelijk benut worden.
Nederlanderschap. Iets om trots op te zijn.
Het Nederlanderschap is een groot goed en iets om trots op te zijn. Het is een status die niet alleen rechten, maar ook plichten met zich meebrengt. Niet voor niets hebben we afgesproken dat je pas Nederlander kunt worden na een langere periode van verblijf in Nederland, waarin nieuwkomers meedoen in onze samenleving. In de praktijk zien we dat aan die voorwaarde nog onvoldoende wordt voldaan. Juist omdat het Nederlanderschap zeer waardevol is en symbool moet staan voor het meedoen in onze samenleving, willen we de eisen aanscherpen. We verlengen de termijn om het Nederlanderschap te verkrijgen naar tien jaar en verhogen het taalniveau naar B1.
Vrije waarden. Onze vrijheden beschermen.
Onze democratie kan alleen functioneren als we staan voor onze waarden. We moeten kwetsbaren beschermen, buitenlandse inmenging en financiering tegengaan, haatpredikers weren en de aanpak van extreemrechts en antisemitisme intensiveren. De vrijheid en gelijkheid die onze Grondwet garandeert, willen wij sterker verankeren in de inburgering en in het (informele) onderwijs. Want we moeten voorkomen dat er een voedingsbodem ontstaat voor denkbeelden die haaks staan op onze vrije democratie en rechtsstaat. Ongewenste beïnvloeding en problematisch gedrag pakken we bij de bron aan, door bijvoorbeeld geldstromen vanuit onvrije regimes te verbieden.
Zelfbeschikking. Religie en cultuur zijn nooit een excuus om iemand te onderdrukken.
In Nederland ben je de baas over je eigen leven. Je bepaalt zelf wat voor kleding je draagt, of en met wie je een relatie hebt en wat je op zaterdagavond doet. Helaas zien we in de praktijk dat dit niet voor iedereen zo is. Binnen bepaalde gemeenschappen worden religie en cultuur soms misbruikt om de keuzevrijheid van bijvoorbeeld vrouwen of homoseksuelen af te pakken. Zo mogen sommige volwassen vrouwen niet werken of zonder begeleiding het huis verlaten. Deze vrouwen mogen geen eigen keuzes maken. Ze zitten gevangen in een huwelijk waar ze niet uit durven te stappen uit angst voor verstoting of eerwraak door hun eigen familie.
Dit soort praktijken zijn onacceptabel en horen niet thuis in Nederland. Daarom blijven wij vrouwen binnen gesloten gemeenschappen van binnenuit ondersteunen. Daders pakken we hard aan. Eergerelateerd geweld, genitale verminking en andere vormen van onderdrukking en uitbuiting gaan we actiever voorkomen. Dat kan door bijvoorbeeld te werken met uitreisverboden, een wettelijk verbod op maagdenvlieshersteloperaties en het zwaarder straffen van medeplichtigen bij eergerelateerd geweld.
Migratiewet. De instroom omlaag.
Om toekomstige migratiecrises te voorkomen, voeren we een migratiewet in. De regering wordt daarmee wettelijk verplicht om bij te hoge instroom van migranten (aanvullende) maatregelen te nemen om migratie (verder) te beperken.