Menselijke overheid. Hardvochtige effecten van wetten voorkomen.
Bij het maken van wetten en regels bevorderen we de menselijke maat. Hardvochtige effecten van wet- en regelgeving moeten we altijd voorkomen. Mensen die onbedoeld een fout maken, mogen niet direct als fraudeur worden bestempeld. We hebben vertrouwen in professionals die zich met de uitvoering van beleid bezighouden. Het leed dat de toeslagenouders en de Groningers is aangedaan, kunnen we niet wegnemen, maar het onrecht zetten we waar mogelijk snel recht.
Persoonlijk contact. Niet alles hoeft digitaal.
Mensen behouden het recht om per post en telefoon contact met de overheid te hebben. Ook helpen we mensen die moeite hebben om de nieuwe digitale technologie bij te houden. Mensen moeten ook persoonlijk contact met de overheid kunnen krijgen. Websites en apps van de overheid moeten altijd goed toegankelijk zijn voor blinden en slechtzienden en voor mensen met een andere beperking.
Data en algoritmen. Eerlijk en transparant.
Algoritmen worden gecontroleerd op transparantie, discriminatie en willekeur. Het gebruik van algoritmen in de publieke en private sector moet transparant zijn.
Regio’s. De kracht van elke regio benutten.
Elke Nederlandse regio heeft zijn eigen kracht en uitdagingen. De kracht van alle regio’s benutten we. Beleid en investeringen van de overheid zijn gericht op alle regio’s, dus niet alleen op de sterke regio’s. Daar profiteert heel Nederland van. Bij de totstandkoming van nieuw beleid toetsen we wat de effecten daarvan op de regio zijn.
Spreiding overheidsdiensten. Werken voor het Rijk kan ook buiten Den Haag.
Mensen die voor de Rijksoverheid werken, hoeven dat niet per se in Den Haag te doen. Dat kan ook in bijvoorbeeld Goes of Doetinchem. Dat kan door het maken van afspraken over werken op satellietlocaties of vanuit huis. We hebben aandacht voor de spreiding van overheidsdiensten door heel Nederland.
Participatie inwoners. Mensen betrekken bij beleid.
Als groepen mensen gemeentelijke taken willen overnemen en daarvoor een goed plan hebben, dan wordt dat mogelijk. Daartoe wordt het zogenaamde ‘uitdaagrecht’ in de wet opgenomen. Dit geldt ook voor provincies en waterschappen. Om mensen meer te betrekken bij de totstandkoming van beleid, komen er voor sommige onderwerpen inspraakmogelijkheden. Op die manier kunnen mensen de politiek adviseren.
Referendum. Inspraak kan betere op een andere manier.
De VVD is tegen het correctief bindend referendum. Een referendum past niet in ons staatsbestel, waarin de inwoners van ons land de Tweede Kamer kiezen. Het probleem is ook dat een referendum complexe problemen terugbrengt tot een simpel “ja” of “nee”. Mensen met opbouwende kritiek kunnen een wetsvoorstel alleen maar afschieten of helemaal omarmen. Natuurlijk staat de VVD bij het bepalen van haar standpunt open voor meningen en inzichten van mensen. Wij zien in dat mensen meer mogelijkheden tot inspraak willen hebben. We zijn dan ook voor het uitdaagrecht in gemeenten, provincies en waterschappen en het instellen van inspraakmogelijkheden voor specifieke onderwerpen.
Tweede Kamer. Focus op controlerende taak.
De Tweede Kamer moet zich meer focussen op het controleren van de regering en het maken van wetten en minder op spoeddebatten en rellen. Om de controlerende taak goed te kunnen uitvoeren, is een goede informatievoorziening van het kabinet aan de Kamer belangrijk. De Kamer heeft altijd het laatste woord over akkoorden die het kabinet sluit met maatschappelijke organisaties.
Versplintering. Een kiesdrempel is misschien de oplossing.
Er zijn in de Tweede Kamer steeds meer partijen vertegenwoordigd, met versplintering als gevolg. Dat komt een goede werkwijze van de Kamer niet ten goede. Daarom gaan we onderzoek doen naar de mogelijkheden om iets aan de versplintering te doen, waaronder een kiesdrempel.
Burgemeester. Boven de partijen.
De VVD koestert de neutrale positie van de burgemeester en de commissaris van de Koning. Zij staan boven de partijen en zijn er voor alle inwoners van hun gemeente of provincie.