Infrastructuur. Wegen en spoor aanleggen en onderhouden.
Of je nu de auto of het openbaar vervoer kiest: we willen dat je vlot je eindbestemming bereikt.
Daarom doen we een extra investering in het onderhoud en de verbetering van bestaande wegen, sporen, tunnels en bruggen. En we gaan de komende jaren bouwen aan de nieuwe wegen, bruggen en tunnels waar we de voorgaande jaren plannen voor hebben gemaakt.
Stikstof bemoeilijkt de aanleg van nieuwe wegen. Waar vergunningen voor nieuwe infrastructuur al gegeven zijn, bouwen we deze infrastructuur. Ook kleinere projecten, zoals de aanleg van extra afslagen bij bedrijventerreinen, zetten we door. Daarnaast bereiden we de aanleg van nieuwe wegen alvast volledig voor. Zo zorgen we ervoor dat we meteen kunnen beginnen, zodra er nieuwe stikstofruimte is.
Betaalbaar vervoer. De reiziger niet op kosten jagen.
De auto en het openbaar vervoerzijn essentieel in ons dagelijks leven: we zijn ervan afhankelijk. Daarom zorgen we ervoor dat ze betaalbaar zijn.
We beperken de stijging van de prijzen en verlagen de accijnzen om de auto een betaalbaar vervoermiddel te houden. In het ov mogen verschillende tarieven, zoals een hogere spitsheffing, de reiziger niet op kosten jagen. En het moet je geen bakken met geld kosten om naar je werk te gaan. Daarom willen we de belastingvrije reiskostenvergoeding standaard indexeren. In ieder arbeidscontract moet bovendien een afspraak over een reiskostenvergoeding gemaakt zijn.
Auto. Vlot en betaalbaar doorrijden op de weg.
Voor veel mensen is de auto het favoriete vervoersmiddel. Veel Nederlanders zijn bovendien van de auto afhankelijk. We kunnen echter niet altijd van een ritje genieten. Onze wegen raken voller en voller, met files als gevolg. Daar komen zorgen over de hoge brandstofprijs bovenop.
De komende jaren gaan we files te lijf door wegen en knelpunten aan te pakken. Zo kun je vlot doorrijden. We dempen daarom de brandstofprijzen door de accijnzen te verlagen. Op die manier houden we de auto een betaalbaar vervoermiddel.
Je bepaalt zelf of je een elektrische auto koopt of op benzine rijdt. Het moet financieel blijven lonen om elektrisch te rijden. Daarom stimuleren we elektrisch vervoer, ook met subsidies. Dat doen we bijvoorbeeld in de tweedehandsmarkt. Als we in de toekomst steeds meer elektrisch rijden, moeten er wel voldoende laadpalen zijn. Daarom blijven we aan de slag met het uitbreiden van het laadpaalnetwerk.
Openbaar vervoer. Fijn en betaalbaar reizen met trein, bus, tram of metro.
Treinen, bussen, trams en metro’s zijn essentieel in ons dagelijks leven. We moeten de komende jaren gebruiken om het openbaar vervoer te verbeteren.
We blijven daarom investeren in ov, zowel in de stad als in de regio. Wij willen dat er meer concurrentie op het spoor ontstaat, zodat
het ov in de regio’s sneller en beter wordt. Ook onderzoeken we welke sprintertreinen we door de provincies kunnen laten rijden, zodat de dienstverlening wordt verbeterd. Daarnaast zijn we voor het uitbreiden van lightrailnetwerken die grote steden met elkaar verbinden. Ook willen wij voortvarend starten met snelle buslijnen.
Soms zit het openbaar vervoer barstensvol. Om dat te voorkomen willen wij dat het ov sneller inspeelt op de verwachte drukte. Als het nodig is, moeten er sneller meer treinen beschikbaar zijn. Sprinterlijnen laten we in hogere frequentie rijden en beter aansluiten op het lokale openbaar vervoer.
Bereikbaarheid regio’s. Vlot van en naar álle regio’s.
We willen de bereikbaarheid van álle regio’s verbeteren. Het aanleggen van nieuwe spoorlijnen, zoals de Lelylijn, kan daarbij helpen. Ook blijven we investeren in nieuwe autowegen.
Maar we nemen ook andere maatregelen. Zo willen we het reguliere ov en het doelgroepenvervoer vaker samenvoegen. De belbus of regiotaxi moet beschikbaar blijven. Deze voorzieningen zijn essentieel en vervullen ook een sociale functie voor mensen die geen auto hebben of door een handicap geen gebruik kunnen maken van een auto.
We willen dat de Westerscheldetunnel, zoals gepland, tolvrij wordt voor personenvervoer. Om de bereikbaarheid in het hele land verder te vergroten, bouwen we meer overstapplaatsen. Op deze plaatsen kun je makkelijker overstappen van de auto naar het openbaar vervoer.
Verkeersveiligheid. Hufters aanpakken en wegen verbeteren.
We gaan de veiligheid op de weg vergroten.
Allereerst pakken we dit probleem bij de kern aan: we gaan verkeershufters harder aanpakken en de pakkans moet omhoog. Het plaatsen van meer mobiele flitspalen kan hierbij helpen. We verhogen de straffen voor zware verkeersdelicten.
Daarnaast richten we nieuwe en bestaande wegen veiliger in, om ongelukken te voorkomen. Als dit de verkeersveiligheid vergroot, gaan we op meer plekken in de bebouwde kom 30 kilometer per uur rijden. Verder blijven we onveilige N-wegen aanpakken om de veiligheid te verbeteren.
Ten slotte beschermen we mensen op de weg beter. Bij het toelaten van nieuwe voertuigen moet de veiligheid voorop blijven staan. We stimuleren het gebruik van de fietshelm, maar het wordt geen verplichting. Dit blijft je eigen keuze.
Verkeershufters. Pakkans omhoog en zwaardere straffen.
Drank- en drugsrijders en andere verkeershufters zorgen voor onveiligheid op de weg en in het openbaar vervoer. Wij willen dat de pakkans bij dit soort wangedrag omhoog gaat. Ook verhogen we de boetes voor zware overtredingen in het verkeer. Bij herhaalde overtredingen neemt de boete toe. Er komen vaker gevangenisstraffen voor drank- en drugsrijders, in plaats van taakstraffen. Voor zeer roekeloze rijders en recidivisten volgt een levenslange rijontzegging. Het wordt ook mogelijk om een alcoholslot te plaatsen.
Om overlastgevers uit het openbaar vervoer te weren, leggen we vaker een ov-verbod op. Voor eenmalige overtreders kan dit tijdelijk zijn. Om het verbod ook echt te handhaven en om overlastgevers beter aan te pakken, moeten spoorboa’s toegang krijgen tot systemen waarmee de identiteit van reizigers kan worden vastgesteld. De poortjes op perrons en stations moeten vaker gesloten blijven. Ook willen we hogere boetes op zwartrijden. Op stations en andere ov-knooppunten komen meer camera’s om criminelen een gezicht te geven en ze makkelijker op te sporen.
Luchtvaart. Op een schone manier de wereld ontdekken.
De luchtvaart is essentieel voor Nederland en voor onze economie. De VVD wil dat we weer trots kunnen zijn op onze luchtvaart en op Schiphol. We gaan aan de slag om de luchtvaart te vergroenen. Zo kunnen we op een schone manier de wereld blijven ontdekken.
Allereerst versterken we Schiphol. We behouden het overstapknooppunt van Schiphol, want deze hub-functie is belangrijk voor onze economie en voor ons land. Wel houden we vast aan de hervormingsplannen van de luchthaven. Pas wanneer vliegtuigen stiller en schoner worden, kan Schiphol groeien.
We houden de luchtvaartsector aan de eerder gemaakte afspraken om de vliegtuigen te verduurzamen. Hier blijven we ook in internationaal verband voor pleiten. We zetten ons in Europa in om vliegtuigen schoner te laten tanken. Ook moet de grondoperatie van Schiphol klimaatneutraal worden. Om de overlast voor omwonenden terug te dringen, doen we onderzoek naar een nachtsluiting van Schiphol.
Internationale treinverbindingen. Nu al duurzaam, straks ook efficiënt en goedkoop.
Veel mensen vinden het fijn om met de trein de wereld te ontdekken. De trein is een duurzaam alternatief voor korte vluchten en heeft ook andere voordelen. Daarom zetten we ons er in Europa voor in om het internationale treinverkeer te verbeteren. Om meer internationale treinverbindingen te krijgen, moeten meerdere vervoerders
de kans krijgen om internationale treinen te gaan rijden. Daardoor worden treinkaartjes goedkoper. Verder komt er een Europees ticketsysteem om eenvoudiger je kaartje te kopen.
Ook de reis naar je eindbestemming maken we duurzamer. Het moet mogelijk worden om je vlieg- en treinticket in één stap te reserveren.
Maritieme en logistieke sector. Ruimte voor schone schepen.
De maritieme en logistieke sector zijn onmisbaar voor onze economie en voor ons land. We willen de ruimte bieden, zodat onze zeehavens en regionale havens kunnen groeien, maar pakken negatieve effecten aan.
Daarom gaan we de scheepvaart helpen om schoon te varen. We willen dat schepen schonere brandstof tanken. Ook subsidies kunnen helpen om schepen te verduurzamen. Aan de andere kant willen we dat het verbod op varend ontgassen op korte termijn gehandhaafd wordt. Het is aan provincies om aan de slag te gaan met de ontgassingsinstallaties.
Daarnaast blijven we ons inzetten om meer goederen via het water en via het spoor te vervoeren. Zo gaan we files te lijf. Om schepen ook echt makkelijk over de Nederlandse wateren te laten varen, pakken we storingen van bruggen en sluizen aan. Bij onderhoudswerkzaamheden aan bruggen en tunnels beperken we overlast voor de binnenvaart.
Water. Geen zorgen over veiligheid en beschikbaarheid.
Zorgen over water moeten in Nederland niet nodig zijn. Of dit nu gaat over het voorkomen van overstromingen, de kwaliteit van het water of de vraag of er genoeg drinkwater is. We gaan samen met de waterschappen aan de slag om deze zorgen weg te nemen.
We willen ons houden aan de Europese regels op het gebied van waterkwaliteit. Dat doen we niet ‘omdat het moet van Brussel’, maar omdat we schoon en veilig water zelf cruciaal vinden. Daarom komen we met aanvullende maatregelen om de kwaliteit van ons drink- en zwemwater te verbeteren. We kiezen hierbij voor een realistische aanpak, en houden daarbij een gelijk speelveld met onze buurlanden.
Voordat we nieuwe wijken, bedrijventerreinen of kantoren bouwen, kijken we eerst naar de kwaliteit van bodem en water. Bij de bouw van nieuwe woonwijken moet de ontwikkelaar maatregelen nemen om goed om te gaan met extreme regenval en met periodes van droogte en hitte.
Ten slotte weten we allemaal dat de zeespiegel stijgt. Daarom zorgen we ervoor dat we uiterlijk in 2050 alle dijken hebben verstevigd.
Bouwen. Fijn en betaalbaar wonen voor iedereen.
Wij willen honderdduizenden nieuwe huizen bouwen, zodat fijn en betaalbaar wonen weer voor
iedereen mogelijk wordt. Dat betekent dat we tientallen wijken aan Nederland moeten toevoegen. Dat kan alleen door als landelijke overheid de teugels in handen te nemen.
De VVD wil dat er overal meer woningen bijkomen: koop, sociale huur en middenhuur. We kijken daarbij speciaal naar plekken waar al wegen en openbaar vervoer bestaan. Als gemeenten geen locaties aanwijzen om te bouwen, doet het kabinet dat samen met provincies.
Er komt een plan voor de inrichting van Nederland. Op basis van dit plan sluiten we een bindend Bouwakkoord met bouwers, woningbouwcorporaties en provincies. Hierdoor worden in ieder geval tientallen nieuwe grote wijken gebouwd. We houden in al deze bouwplannen ook oog voor economische activiteiten.
Bouwregels. Schoner en sneller bouwen.
Om de bouw van tientallen nieuwe wijken en honderdduizenden nieuwe huizen mogelijk te maken, gaan we schoner en sneller bouwen.
We vereenvoudigen en verkorten juridische procedures die het bouwen van huizen in de weg staan. Zo moet het makkelijker worden om microwoningen te bouwen in je achtertuin. Gemeentelijke regels moeten zoveel mogelijk gelijk zijn. Wij willen kleine bouwprojecten helpen bij het verkrijgen van vergunningen, omdat er daarbij maar weinig stikstof vrijkomt.
Om schoner te bouwen gaan we meer huizen fabrieksmatig produceren. Hierdoor komt er minder stikstof vrij. Het maakt de bouw ook sneller en goedkoper. Ook stimuleren we het gebruik van natuurlijke bouwmaterialen.
Tijdelijke bouw. Flexwoningen bouwen en bestaande panden ombouwen.
We willen snel meer huizen bouwen. Dat kan bijvoorbeeld door meer tijdelijke huizen te ontwikkelen. Deze flexibele woningen zijn tegenwoordig een stuk mooier dan de containerwoningen van vroeger. We zorgen ervoor dat voldoende gemeenten deze woningen ook echt gebruiken.
Daarnaast moeten we bestaande gebouwen beter benutten. Panden die al jaren leegstaan gaan we ombouwen naar woningen. Om verval en verkrotting van leegstaande panden tegen te gaan, krijgt de gemeente de vrijheid om de OZB-heffing te verhogen. Zo vergroten we de kans dat er in deze panden huizen worden gebouwd.
Koophuizen. Bestaande en toekomstige woningeigenaren helpen.
De VVD wil mensen met een eigen huis helpen. Dat doen we door de maandlasten voor een eigen huis zo betaalbaar mogelijk te houden. Ook zorgen we ervoor dat meer mensen überhaupt een huis kunnen kopen.
Het belangrijkste is om de komende jaren veel meer betaalbare koophuizen te bouwen. Maar daar houdt het niet bij op. We werken aan een Kooprechtwet. Elke huurder van een sociale huurwoning krijgt het wettelijke recht om de eigen huurwoning te kopen. Zo kunnen meer mensen de vruchten plukken van eigen woningbezit en bouwen we aan een stevige middenklasse. Deze wet wordt eerst van toepassing op kleine appartementencomplexen en rijtjeshuizen. Grootschalige versplintering van appartementencomplexen gaan we tegen.
De VVD houdt de hypotheekrenteaftrek in stand. We bieden woningbezitters hierdoor financiële zekerheid. We beperken de stijging van lokale belastingen door gemeenten een maximumpercentage voor de stijging van de OZB op te leggen. Dit geeft gemeenteraden de kans tegen een hoge OZB op te treden. Om meer starters aan een huis te helpen, gaan we door met het ontwikkelen van een Nationaal Fonds Betaalbare Koopwoningen. Zo worden meer nieuwbouwwoningen bereikbaar voor starters.
Huurwoningen. Betere kwaliteit en minder snelle huurprijsstijging.
Het huren van een huis is de afgelopen jaren duurder geworden. Voor die hoge huur krijg je niet altijd een fijne woning terug. Daarom moeten we flink wat huurwoningen toevoegen, de kwaliteit van de woningen verbeteren en de huurprijsstijging verminderen.
We bouwen de komende jaren veel meer sociale huurwoningen en middenhuurwoningen. Door het afschaffen van de verhuurdersheffing hebben woningbouwcorporaties voldoende geld om sociale huurwoningen te bouwen. Dat dwingen we af. Met ontwikkelaars en marktpartijen sluiten we een akkoord om meer middenhuurwoningen te bouwen. We maken het aantrekkelijk om te investeren in middenhuur.
Om huren betaalbaar te houden, verminderen we de huurprijsstijging. Daarnaast willen we ingewikkelde regels om de huurprijs te berekenen vereenvoudigen. Het beperken van de huurstijging mag niet leiden tot minder investeringen in nieuwe woningen. Het beleid hierover moet ook niet elk jaar wijzigen. We zorgen dat het voor kleine verhuurders aantrekkelijk blijft om een huis te verhuren.
Huisjesmelkers. Foute verhuurders aanpakken.
Door de krapte op de woningmarkt bestaan er verhuurders die veel te veel geld vragen voor huizen die dat niet waard zijn. Om maar niet te spreken van verhuurders die huurders intimideren of discrimineren. Deze foute verhuurders verpesten het voor huurders én voor de goede verhuurders die elke dag voor hun huurders klaar staan.
De wet biedt gemeenten de mogelijkheid foute huisjesmelkers aan te pakken. We helpen gemeenten deze wet in de praktijk te brengen. Verhuurders die huurders intimideren of doelbewust overbewoning mogelijk maken, straffen we harder.
Duurzame woningen. Een energiezuinig huis is goed voor klimaat en portemonnee.
De komende jaren moeten we flink aan de slag om huizen duurzamer te maken. Dat geldt voor alle bestaande én nieuwe huizen. Door te investeren in energiezuinige woningen zijn we klaar voor klimaatverandering en houden we ook de energierekening betaalbaar.
We vermijden nieuwe verplichtingen voor woningeigenaren op het gebied van duurzaamheid. Wel biedt de overheid ze de helpende hand. Samen met bewoners worden plannen gemaakt om de huizen te verduurzamen. Dat moet voor iedereen betaalbaar zijn. We ontwikkelen samen met de Nationale Hypotheekgarantie (NHG) en de financiële sector een nieuwe verduurzamingslening. Sommige investeringen in verduurzaming van de eigen woning maken we aftrekbaar van de inkomstenbelasting.
Van corporaties en verhuurders eisen we dat ze woningen verduurzamen. We houden corporaties aan de afspraken, waardoor huurhuizen betere energielabels krijgen. Daarnaast krijgt iedereen die in een slecht geïsoleerde huurwoning woont de mogelijkheid om hier melding van te maken bij de gemeente. De gemeente kan verhuurders vervolgens verplichten een maandelijkse korting op de huur te geven, totdat maatregelen zijn genomen om de woning te isoleren.
Wijken. Fijn en veilig wonen in een groene buurt.
Bij de bouw van nieuwe wijken, maar ook bij het verbeteren van bestaande wijken, moet er aandacht zijn voor bereikbaarheid, vergroening en veiligheid.
Om wijken veilig te houden, verhogen we de straffen op leefbaarheidsdelicten, zoals geluidsoverlast en het dumpen van afval. Bovendien zorgen we voor voldoende blauw op straat. We maken het makkelijker voor gemeenten om de Rotterdamwet in te voeren en daarmee de leefbaarheid van wijken te vergroten.
Om makkelijk de wijk uit te komen, onderzoeken we een verplichting voor ontwikkelaars en de overheid om voldoende openbaar vervoer mogelijk te maken. Steeds vaker worden in nieuwbouwprojecten de parkeerplekken wegbezuinigd. Daardoor kunnen mensen hun auto niet dicht bij hun huis parkeren. Wij willen dit tegengaan door een regionale parkeernorm te onderzoeken.
Wijken horen groen te zijn. In nieuwbouwwijken moet rekening gehouden worden met het veranderende klimaat en hittestress. Gemeenten worden verplicht te toetsen of er in nieuwbouwwijken voldoende bomen, groene daken, beken en sloten worden toegevoegd. We stimuleren vergroening van bestaande wijken.
Ruimtelijke ordening. Een mooier land om in te wonen, werken en leven.
Om goed om te gaan met alle claims op de schaarse ruimte en de juiste keuzes te maken is een nieuw Masterplan voor Nederland nodig. Daarin tekenen we uit waar woningen komen, waar we de natuur meer ruimte geven en waar we juist onze bedrijven laten groeien. In dit plan wijzen we bovendien grote binnenstedelijke en buitenstedelijke bouwlocaties aan. Om ervoor te zorgen dat deze wijken ook echt gebouwd worden, sluiten we een Bouwakkoord met bouwers, gemeenten en ontwikkelaars. Met het Masterplan laten we ons land mooier en beter achter voor toekomstige generaties.
Daarnaast vereenvoudigen en schrappen we ruimtelijke regels, waar dat kan. Zo schaffen we de ladder van duurzame verstedelijking volledig af. We voorkomen een onnodige stapeling van beleid.